Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Englisch ->übersetze spanen

übersetze spanen von Niederländische ins Englisch

Übersicht

Niederländisch nach Englisch: mehr Daten

span:
- match pair; set; team
Wiktionary:
- span → pair, couple

Niederländisch

Detailübersetzungen für spanen (Niederländisch) ins Englisch

spanen:

Verwandte Wörter für "spanen":

span, spaan

span:

span [de ~] Nomen

de span (groep van twee of meer; stel; koppel)
the match pair; the set; the team
- match pair [the ~] Nomen
- set [the ~] Nomen
- team [the ~] Nomen

Übersetzung Matrix für span:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
match pair	groep van twee of meer; koppel; span; stel
set	groep van twee of meer; koppel; span; stel	accumulatie; bende; benoemde set; bepaalde hoeveelheid; concours; groep; hoop; kliek; manche; onderonsje; partij; pot; samenscholing; set; strijd; troep; wedstrijd
team	groep van twee of meer; koppel; span; stel	elf; elftal; equipe; legers; manschappen; partij; ploeg; team; werkgroep
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
set		deponeren; gelijkzetten; initiëren; inklinken; leggen; neerleggen; neerzetten; onder water gaan; ondergaan; op gang brengen; plaatsen; situeren; stationeren; stijf worden; stremmen; synchroniseren; zetten; zich afspelen; zinken
Adjective	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
set		star; strak; strakgespannen; verstard

Verwandte Wörter für "span":

spannen, spanen, spantje

Wiktionary Übersetzungen für span:

Cross Translation:

From	To	Via
• span	→ pair; couple	↔ paire — deux choses de même espèce, qui aller nécessairement ou ordinairement ensemble.