Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. ratificeren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für ratificeren (Niederländisch) ins Englisch

ratificeren:

ratificeren Verb (ratificeer, ratificeert, ratificeerde, ratificeerden, geratificeerd)

  1. ratificeren
    to ratify; to validate; to sanction
    • ratify Verb (ratifies, ratified, ratifying)
    • validate Verb (validates, validated, validating)
    • sanction Verb (sanctions, sanctioned, sanctioning)

Konjugationen für ratificeren:

o.t.t.
  1. ratificeer
  2. ratificeert
  3. ratificeert
  4. ratificeren
  5. ratificeren
  6. ratificeren
o.v.t.
  1. ratificeerde
  2. ratificeerde
  3. ratificeerde
  4. ratificeerden
  5. ratificeerden
  6. ratificeerden
v.t.t.
  1. heb geratificeerd
  2. hebt geratificeerd
  3. heeft geratificeerd
  4. hebben geratificeerd
  5. hebben geratificeerd
  6. hebben geratificeerd
v.v.t.
  1. had geratificeerd
  2. had geratificeerd
  3. had geratificeerd
  4. hadden geratificeerd
  5. hadden geratificeerd
  6. hadden geratificeerd
o.t.t.t.
  1. zal ratificeren
  2. zult ratificeren
  3. zal ratificeren
  4. zullen ratificeren
  5. zullen ratificeren
  6. zullen ratificeren
o.v.t.t.
  1. zou ratificeren
  2. zou ratificeren
  3. zou ratificeren
  4. zouden ratificeren
  5. zouden ratificeren
  6. zouden ratificeren
en verder
  1. is geratificeerd
  2. zijn geratificeerd
diversen
  1. ratificeer!
  2. ratificeert!
  3. geratificeerd
  4. ratificerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für ratificeren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sanction sanctie; strafmaatregel
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ratify ratificeren bekrachtigen; bestempelen; bevestigen; bezegelen; certificeren; goedkeuren; homologeren; merken; waarmerken
sanction ratificeren autoriseren; fiatteren; goedkeuren; goedvinden; toestemming verlenen
validate ratificeren autoriseren; bekrachtigen; bevestigen; bezegelen; fiatteren; goedkeuren; goedvinden; homologeren; toestemming verlenen; valideren