Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. predikaat:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für predikaat (Niederländisch) ins Englisch

predikaat:

predikaat [het ~] Nomen

  1. het predikaat (grammaticaal predikaat)
    the predicate; the title; the name

Übersetzung Matrix für predikaat:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
name grammaticaal predikaat; predikaat aanduiding; bekendheid; benaming; benoeming; faam; merk; merknaam; naam; reputatie; roep; term
predicate grammaticaal predikaat; predikaat predicaat
title grammaticaal predikaat; predikaat aanduiding; aanspraak; benaming; benoeming; boektitel; graad; opschrift; recht; rechtsgrond; rechtstitel; titel; waardigheidstitel; wetenschappelijke graad
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
name benoemen; bestempelen; betitelen; dopen; een naam geven; noemen; opnoemen; opsommen; vernoemen

Wiktionary Übersetzungen für predikaat:

predikaat
noun
  1. logic

Verwandte Übersetzungen für predikaat