Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. onverbiddelijke:
  2. onverbiddelijk:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onverbiddelijke (Niederländisch) ins Englisch

onverbiddelijke:

onverbiddelijke Adjektiv

  1. onverbiddelijke (onverbiddelijk; onvermurwbaar)

Übersetzung Matrix für onverbiddelijke:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
inexorable onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar

Verwandte Wörter für "onverbiddelijke":


onverbiddelijk:

onverbiddelijk Adjektiv

  1. onverbiddelijk (onvermurwbaar; onverbiddelijke)
  2. onverbiddelijk (onvermurwbaar; onbuigzaam)

Übersetzung Matrix für onverbiddelijk:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
inexorable onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar
unrelenting onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar bokkig; dwars; koppig; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig
unyielding onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar bokkig; dwars; koppig; ontoegefelijk; stijfhoofdig; weerbarstig; weerspannig

Verwandte Wörter für "onverbiddelijk":


Wiktionary Übersetzungen für onverbiddelijk:

onverbiddelijk
adjective
  1. niet geneigd om zich door smeekbeden tot andere handelwijze te laten bewegen
onverbiddelijk
adverb
  1. in an inexorable manner; relentlessly
adjective
  1. Unable to be persuaded: relentless
  2. unyielding and obstinate

Cross Translation:
FromToVia
onverbiddelijk unrelenting; implacable airain — Symbole de la dureté. (2)