Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für loos (Niederländisch) ins Englisch

loos:

loos Adjektiv

  1. loos (zoekgeraakt)
    lost
  2. loos (zonder taak; vrij)
    roguish; blank; unmarked; clear; sly
  3. loos (ongevuld; leeg; ijdel)
    idle; empty; unused

Übersetzung Matrix für loos:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
blank formulier; gaping; hiaat; invulformulier; lacune; ledigheid; leegte; leemte
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
clear afdekken; afruimen; banen; bevrijden; dechargeren; emanciperen; inklaren; klaren; ledigen; leeghalen; leegmaken; legen; onschuldig verklaren; opruimen; reinigen; ruimen; schoonmaken; schoonpoetsen; uithalen; uitmesten; uitruimen; uitschakelen; uitverkopen; verlossen; verrekenen; vrijmaken; vrijpleiten; vrijspraak bepleiten; vrijspreken; vrijvechten; wissen; zuiveren
empty afscheiden; afvoeren; ledigen; leegdrinken; leeggieten; leeghalen; leegmaken; legen; lozen; opdrinken; opruimen; plunderen; reinigen; ruimen; schoonmaken; spuien; uitdrinken; uitgieten; uithalen; uitknijpen; uitmesten; uitnemen; uitpersen; uitruimen; uitscheiden; uitstoten; uitwateren; uitwerpen; uitzuigen; water afvoeren; water lozen
idle lanterfanten; leeglopen; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen; vrijlopen
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
blank loos; vrij; zonder taak blanco; blank; inhoudsloos; leeg; met de mond vol tanden; met open mond; onbeschreven; ongelakt; oningevuld; sprakeloos; uitdrukkingsloos; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd; wezenloos; wit; wit van huidskleur
empty ijdel; leeg; loos; ongevuld eindig; hol; inhoudsloos; ledig; leeg; nietszeggend; onbezet; vergankelijk; voorbijgaand; zonder inhoud
idle ijdel; leeg; loos; ongevuld apathisch; doelloos; hol; inactief; inhoudsloos; leeg; lethargisch; lui; niet-actief; niets doend; nietszeggend; traag; werkschuw
lost loos; zoekgeraakt kwijt; verdwaald; verloren
roguish loos; vrij; zonder taak arglistig; boefachtig; boosaardig; doortrapt; gemeen; geraffineerd; geslepen; gluiperig; guitig; leep; link; listig; olijk; schurkachtig; slinks; sluw; vals
unmarked loos; vrij; zonder taak blank; ongemerkt; wit; wit van huidskleur; zonder merk
unused ijdel; leeg; loos; ongevuld onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
clear loos; vrij; zonder taak aanschouwelijk; af; afgedaan; afgelopen; begrijpelijk; bevattelijk; blank; bleek; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; direct; doorschijnend; doorzichtig; duidelijk; duidelijk klinkend; fideel; flagrant; fleurig; geestig; gereed; geëindigd; helder; helderklinkend; herkenbaar; inzichtelijk; jolig; klaar; klaar als een klontje; klare; kleurig; kleurloos; kwiek; levendig; lustig; monter; onbewolkt; ongekleurd; onmiskenbaar; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; over; overduidelijk; recht door zee; regelrecht; transparant; uit; uitgelaten; verhelderend; verstaanbaar; voltooid; voorbij; vrolijk; wakker; welgemoed; zo klaar als een klontje; zonneklaar; zonnig
sly loos; vrij; zonder taak achterbaks; arglistig; berekenend; bij de pinken; clever; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; goochem; kien; leep; link; listig; pesterig; pienter; scherpzinnig; schrander; slim; slinks; sluw; snood; snugger; spitsvondig; stiekem; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen

Verwandte Wörter für "loos":

  • loosheid

Wiktionary Übersetzungen für loos:


Cross Translation:
FromToVia
loos empty; vacant; needy; miserable; destitude; impoverished; penniless; void; bare; hollow vide — Qui ne contenir rien ; qui est totalement dépourvoir de.

lozen:

lozen Verb (loos, loost, loosde, loosden, geloosd)

  1. lozen (afvoeren; afscheiden; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen)
    to discharge; to expel; to disgorge; to drain; to remove; to empty
    • discharge Verb (discharges, discharged, discharging)
    • expel Verb (expels, expelled, expelling)
    • disgorge Verb (disgorges, disgorged, disgorging)
    • drain Verb (drains, drained, draining)
    • remove Verb (removes, removed, removing)
    • empty Verb (empties, emptied, emptying)

Konjugationen für lozen:

o.t.t.
  1. loos
  2. loost
  3. loost
  4. lozen
  5. lozen
  6. lozen
o.v.t.
  1. loosde
  2. loosde
  3. loosde
  4. loosden
  5. loosden
  6. loosden
v.t.t.
  1. heb geloosd
  2. hebt geloosd
  3. heeft geloosd
  4. hebben geloosd
  5. hebben geloosd
  6. hebben geloosd
v.v.t.
  1. had geloosd
  2. had geloosd
  3. had geloosd
  4. hadden geloosd
  5. hadden geloosd
  6. hadden geloosd
o.t.t.t.
  1. zal lozen
  2. zult lozen
  3. zal lozen
  4. zullen lozen
  5. zullen lozen
  6. zullen lozen
o.v.t.t.
  1. zou lozen
  2. zou lozen
  3. zou lozen
  4. zouden lozen
  5. zouden lozen
  6. zouden lozen
en verder
  1. ben geloosd
  2. bent geloosd
  3. is geloosd
  4. zijn geloosd
  5. zijn geloosd
  6. zijn geloosd
diversen
  1. loos!
  2. loost!
  3. geloosd
  4. lozend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

lozen [znw.] Nomen

  1. lozen (spuien)
    the sluices; the draining off; the discharging; the desisting

Übersetzung Matrix für lozen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
desisting lozen; spuien
discharge afdanken; afschaffen; afvoer; afwatering; decharge; emissie; kwijting; loslating; lossing; lozing; ontlading; ontslaan; ontslaan van werknemers; ontslag; plotselinge uitbarsting; uit de dienst ontslaan; uitlading; uitstoot; vrijlating; waterafvoer
discharging lozen; spuien afladen; emissie; lossen; ontslaan van werknemers; ontslag; uitladen; uitstoot
drain afdruipen; afdruppelen; afvoer; afvoerbuis; afvoerkanaal; afwateringsbuis; afwateringskanaal; boezem; doorlaat; regenpijp; riolering; riool; sas; schutsluisje; sluis; spui; uitdruipen; uitdruppelen; verlaat
draining off lozen; spuien afvloeiing; dakgoot; drainering; goot
remove afnemen; afstoffen; afwissen
sluices lozen; spuien sluizen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
discharge afscheiden; afvoeren; lozen; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen aan de dijk zetten; afdanken; afladen; afvloeien; congé geven; dwingen ontslag te nemen; eruit gooien; iets uitladen; kwijten; lossen; ontheffen; ontladen; ontslaan; pasporteren; uitsturen; van zijn positie verdrijven; verzenden; wegsturen; wegzenden
disgorge afscheiden; afvoeren; lozen; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen
drain afscheiden; afvoeren; lozen; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen afdruipen; afdruppelen; afwateren; droogleggen; indijken; inpolderen; ledigen; leeghalen; leegmaken; leegzuigen; ontwateren; spuien; uitdruipen; uitdruppelen; uithalen; uitlekken; uitwateren; uitzuigen; water afvoeren; water lozen
empty afscheiden; afvoeren; lozen; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen ledigen; leegdrinken; leeggieten; leeghalen; leegmaken; legen; opdrinken; opruimen; plunderen; reinigen; ruimen; schoonmaken; spuien; uitdrinken; uitgieten; uithalen; uitknijpen; uitmesten; uitnemen; uitpersen; uitruimen; uitwateren; uitzuigen; water afvoeren; water lozen
expel afscheiden; afvoeren; lozen; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen bannen; bezweren; diskwalificeren; royeren; uitbannen; uitdrijven; uitsluiten; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegdrijven; wegjagen
remove afscheiden; afvoeren; lozen; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen aanrekenen; aanwrijven; afdoen; afhandelen; afnemen; afstoffen; afzonderen; beslechten; dalen; declineren; demonteren; disloqueren; ecarteren; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; ledigen; leeghalen; leegmaken; lichten; minder worden; minderen; ontmantelen; onttakelen; ontzetten; reinigen; roeren; schoonmaken; schoonpoetsen; stoffen; tanen; teruggaan; twist uit de weg ruimen; uit de macht ontzetten; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uiteen nemen; uithalen; verhuizen; verleggen; verminderen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervallen; vervoeren; vervreemden; verwijderen; verzetten; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegleiden; wegnemen; wegvoeren; wegwerken; zuiveren
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
empty eindig; hol; ijdel; inhoudsloos; ledig; leeg; loos; nietszeggend; onbezet; ongevuld; vergankelijk; voorbijgaand; zonder inhoud
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
draining off afvloeiend

Wiktionary Übersetzungen für lozen:

lozen
verb
  1. iets uitwerpen, kwijt zien te raken, gewoonlijk een vloeistof
lozen
verb
  1. to eject from a boat

Verwandte Übersetzungen für loos