Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. lijfspreuken:
  2. lijfspreuk:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für lijfspreuken (Niederländisch) ins Englisch

lijfspreuken:

lijfspreuken [de ~] Nomen, Plural

  1. de lijfspreuken (deviezen; motto's)
    the devices; the mottos

Übersetzung Matrix für lijfspreuken:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
devices deviezen; lijfspreuken; motto's
mottos deviezen; lijfspreuken; motto's leuzen; parolen; spreuken; zinspreuken

Verwandte Wörter für "lijfspreuken":


lijfspreuk:

lijfspreuk [de ~] Nomen

  1. de lijfspreuk (motto; devies)
    the motto; the parole; the maxim

Übersetzung Matrix für lijfspreuk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
maxim devies; lijfspreuk; motto aforisme; axioma; gezegde; grondeigenschap; grondstelling; hoofdstelling; leus; leuze; parool; spreuk; stelregel; zinspreuk
motto devies; lijfspreuk; motto bevelschrift; consigne; dwangbevel; leus; leuze; opdracht; order; parool; spreuk; taak
parole devies; lijfspreuk; motto bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak

Verwandte Wörter für "lijfspreuk":


Wiktionary Übersetzungen für lijfspreuk:

lijfspreuk
noun
  1. een spreuk waarnaar iemand zijn leven inricht
lijfspreuk
noun
  1. sentence, phrase or word forming part of an heraldic achievement