Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. verbloemd:
  2. verbloemen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verbloemd (Niederländisch) ins Deutsch

verbloemd:

verbloemd Adjektiv

  1. verbloemd (verhuld; verborgen; verdoezeld; verscholen; verholen)
  2. verbloemd (versluierd; bedekt; verholen; verkapt)

Übersetzung Matrix für verbloemd:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
heimlich verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen bedekt; clandestien; geheim; geniepig; genoeglijk; heimelijk; illegaal; in 't geniep; in het geheim; in het geniep; onderhands; onderhuids; ongeoorloofd; onrechtmatig; onwetmatig; onwettelijk; onwettig; op steelse wijze; sluimerend; steels; steelsgewijze; stiekem; stilletjes; tersluiks; verboden; verborgen; verborgen aanwezig zijn; verholen; verstolen; wederrechtelijk
verblümt verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen fijntjes; fijnzinnig; verfijnd
verborgen bedekt; verbloemd; verholen; verkapt; versluierd geheim; heimelijk; in het geheim; in het geniep; onderhuids; sluimerend; steels; stiekem; verborgen; verborgen aanwezig zijn; verscholen; verstolen
verhohlen bedekt; verbloemd; verholen; verkapt; versluierd
verschleiert bedekt; verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verkapt; verscholen; versluierd gesluierd; omfloerst
versteckt bedekt; verbloemd; verholen; verkapt; versluierd bedekt; clandestien; geheim; heimelijk; in het geheim; in het geniep; onderhuids; ongeoorloofd; op steelse wijze; sluimerend; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks; verborgen; verborgen aanwezig zijn; verholen; verscholen; verstolen

verbloemd form of verbloemen:

verbloemen Verb (verbloem, verbloemt, verbloemde, verbloemden, verbloemd)

  1. verbloemen
    vertuschen; verschleiern; verhehlen
    • vertuschen Verb (vertusche, vertuschst, vertuscht, vertuschte, vertuschtet, vertuscht)
    • verschleiern Verb (verschleiere, verschleierst, verschleiert, verschleierte, verschleiertet, verschleiert)
    • verhehlen Verb (verhehle, verhehlst, verhehlt, verhehlte, verhehltet, verhehlt)

Konjugationen für verbloemen:

o.t.t.
  1. verbloem
  2. verbloemt
  3. verbloemt
  4. verbloemen
  5. verbloemen
  6. verbloemen
o.v.t.
  1. verbloemde
  2. verbloemde
  3. verbloemde
  4. verbloemden
  5. verbloemden
  6. verbloemden
v.t.t.
  1. heb verbloemd
  2. hebt verbloemd
  3. heeft verbloemd
  4. hebben verbloemd
  5. hebben verbloemd
  6. hebben verbloemd
v.v.t.
  1. had verbloemd
  2. had verbloemd
  3. had verbloemd
  4. hadden verbloemd
  5. hadden verbloemd
  6. hadden verbloemd
o.t.t.t.
  1. zal verbloemen
  2. zult verbloemen
  3. zal verbloemen
  4. zullen verbloemen
  5. zullen verbloemen
  6. zullen verbloemen
o.v.t.t.
  1. zou verbloemen
  2. zou verbloemen
  3. zou verbloemen
  4. zouden verbloemen
  5. zouden verbloemen
  6. zouden verbloemen
diversen
  1. verbloem!
  2. verbloemt!
  3. verbloemd
  4. verbloemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verbloemen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
verhehlen verbloemen achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontveinzen; ontvreemden; pikken; stelen; verbergen; verdonkeremanen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken; wegstoppen
verschleiern verbloemen achterhouden; bagatelliseren; bedekken; bemantelen; camoufleren; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; verbergen; verduisteren; vergoelijken; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen
vertuschen verbloemen in de doofpot stoppen; verdoezelen