Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->übersetze uitzwellen

übersetze uitzwellen von Niederländische ins Deutsch

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

uitzwellen:
- ausdehnen; schwellen

Niederländisch

Detailübersetzungen für uitzwellen (Niederländisch) ins Deutsch

uitzwellen:

uitzwellen Verb

uitzwellen (uitdijen)
ausdehnen; schwellen
- ausdehnen Verb (dehne aus, dehnst aus, dehnt aus, dehnte aus, dehntet aus, ausgedehnt)
- schwellen Verb (schwelle, schwellst, schwellt, schwellte, schwelltet, geschwellt)

Übersetzung Matrix für uitzwellen:

Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
ausdehnen	uitdijen; uitzwellen	aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; expanderen; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; openen; opzetten; stijgen; talrijker maken; toenemen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uitrekken; verbreiden; vergroten; verlengen; vermeerderen; verruimen; verwijden
schwellen	uitdijen; uitzwellen	aanwassen; dik worden; omhoog komen; omhoog rijzen; omhoogrijzen; omhoogstijgen; oprijzen; opzwellen; rijzen; stijgen; uitdijen; zwellen