Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. slapjanussen:
  2. slapjanus:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für slapjanussen (Niederländisch) ins Deutsch

slapjanussen:

slapjanussen [de ~] Nomen, Plural

  1. de slapjanussen (slappelingen)
    der Schwächlinge; der Schlappschwänze

Übersetzung Matrix für slapjanussen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Schlappschwänze slapjanussen; slappelingen flapdrollen; lapzwansen
Schwächlinge slapjanussen; slappelingen zwakkelingen

Verwandte Wörter für "slapjanussen":


slapjanus:

slapjanus [de ~ (m)] Nomen

  1. de slapjanus (slappeling)
    der Schlappschwanz; der schlapper Kerl; der Schwächling

Übersetzung Matrix für slapjanus:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Schlappschwanz slapjanus; slappeling debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; slapping; sofvent; waanzinnige; zot
Schwächling slapjanus; slappeling debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; schlemiel; slappe vent; slappeling; slemiel; slungel; sofvent; sukkel; waanzinnige; watje; zot; zwakkeling
schlapper Kerl slapjanus; slappeling

Verwandte Wörter für "slapjanus":


Wiktionary Übersetzungen für slapjanus:


Cross Translation:
FromToVia
slapjanus Schisser; Angsthase; Feigling; Schisserin; Warmduscher; Hosenscheißer coward — a person who lacks courage
slapjanus Weichei; Warmduscher; Lusche pussy — informal: coward