Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. reclasseren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für reclasseren (Niederländisch) ins Deutsch

reclasseren:

reclasseren Verb (reclasseer, reclasseert, reclasseerde, reclasseerden, gereclasseerd)

  1. reclasseren
    resozialisieren
    • resozialisieren Verb (resozialisiere, resozialisierst, resozialisiert, resozialisierte, resozialisiertet, resozialisiert)

Konjugationen für reclasseren:

o.t.t.
  1. reclasseer
  2. reclasseert
  3. reclasseert
  4. reclasseren
  5. reclasseren
  6. reclasseren
o.v.t.
  1. reclasseerde
  2. reclasseerde
  3. reclasseerde
  4. reclasseerden
  5. reclasseerden
  6. reclasseerden
v.t.t.
  1. heb gereclasseerd
  2. hebt gereclasseerd
  3. heeft gereclasseerd
  4. hebben gereclasseerd
  5. hebben gereclasseerd
  6. hebben gereclasseerd
v.v.t.
  1. had gereclasseerd
  2. had gereclasseerd
  3. had gereclasseerd
  4. hadden gereclasseerd
  5. hadden gereclasseerd
  6. hadden gereclasseerd
o.t.t.t.
  1. zal reclasseren
  2. zult reclasseren
  3. zal reclasseren
  4. zullen reclasseren
  5. zullen reclasseren
  6. zullen reclasseren
o.v.t.t.
  1. zou reclasseren
  2. zou reclasseren
  3. zou reclasseren
  4. zouden reclasseren
  5. zouden reclasseren
  6. zouden reclasseren
en verder
  1. ben gereclasseerd
  2. bent gereclasseerd
  3. is gereclasseerd
  4. zijn gereclasseerd
  5. zijn gereclasseerd
  6. zijn gereclasseerd
diversen
  1. reclasseer!
  2. reclasseert!
  3. gereclasseerd
  4. reclasserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für reclasseren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
resozialisieren reclasseren