Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. rafel:
  2. rafelen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für rafel (Niederländisch) ins Deutsch

rafel:

rafel [de ~] Nomen

  1. de rafel
    die Faser

Übersetzung Matrix für rafel:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Faser rafel fiber; lichaamsvezel; vezel; vezeldraad; vezeltje; vulcaniet; weefsel; weefsel anatomie

Verwandte Wörter für "rafel":

  • rafelen, rafels, rafeltje, rafeltjes

Wiktionary Übersetzungen für rafel:

rafel
noun
  1. een losgeraakte draad van een weefsel

rafel form of rafelen:

rafelen Verb (rafel, rafelt, rafelde, rafelden, gerafeld)

  1. rafelen
    fasern; zerfasern
    • fasern Verb (fasre, faserst, fasert, faserte, fasertet, gefasert)
    • zerfasern Verb (zerfasere, zerfaserst, zerfasert, zerfaserte, zerfasertet, zerfasert)

Konjugationen für rafelen:

o.t.t.
  1. rafel
  2. rafelt
  3. rafelt
  4. rafelen
  5. rafelen
  6. rafelen
o.v.t.
  1. rafelde
  2. rafelde
  3. rafelde
  4. rafelden
  5. rafelden
  6. rafelden
v.t.t.
  1. ben gerafeld
  2. bent gerafeld
  3. is gerafeld
  4. zijn gerafeld
  5. zijn gerafeld
  6. zijn gerafeld
v.v.t.
  1. was gerafeld
  2. was gerafeld
  3. was gerafeld
  4. waren gerafeld
  5. waren gerafeld
  6. waren gerafeld
o.t.t.t.
  1. zal rafelen
  2. zult rafelen
  3. zal rafelen
  4. zullen rafelen
  5. zullen rafelen
  6. zullen rafelen
o.v.t.t.
  1. zou rafelen
  2. zou rafelen
  3. zou rafelen
  4. zouden rafelen
  5. zouden rafelen
  6. zouden rafelen
diversen
  1. rafel!
  2. rafelt!
  3. gerafeld
  4. rafelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für rafelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fasern rafelen ontrafelen; ontwarren; uit de war halen; uit elkaar halen
zerfasern rafelen ontraadselen; ontrafelen; ontwarren; uitpluizen; uitrafelen; uitvezelen; uitzoeken

Verwandte Wörter für "rafelen":