Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. puzzels oplossen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für puzzels oplossen (Niederländisch) ins Deutsch

puzzels oplossen:

puzzels oplossen Verb

  1. puzzels oplossen (puzzelen)
    grübeln; brüten; hin und her überlegen; nachdenken
    • grübeln Verb (grüble, grübelst, grübelt, grübelte, grübeltet, gegrübelt)
    • brüten Verb (brüte, brütest, brütet, brütete, brütetet, gebrütet)
    • hin und her überlegen Verb (überlege hin und her, überlegst hin und her, überlegt hin und her, überlegte hin und her, überlegtet hin und her, hin und her überlegt)
    • nachdenken Verb (denke nach, denkst nach, denkt nach, dachte nach, dachten nach, nachgedacht)

Übersetzung Matrix für puzzels oplossen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
brüten puzzelen; puzzels oplossen bedenken; beschouwen; bespiegelen; broeden; broeien; mijmeren; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen; plussen; tobben; uitbroeden; warm zijn; warmhouden
grübeln puzzelen; puzzels oplossen aarzelen; bedenken; beschouwen; bespiegelen; bouderen; diep nadenken; dubben; een pruillip trekken; er over inzitten; in gedachten verzonken zijn; mijmeren; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen; piekeren; plussen; prakkiseren; pruilen; talmen; tobben; twijfelen; weifelen
hin und her überlegen puzzelen; puzzels oplossen tobben
nachdenken puzzelen; puzzels oplossen bedenken; beramen; beschouwen; bespiegelen; bezinnen; filosoferen; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen; piekeren; plan beramen; prakkiseren; tobben; verzinnen; zinnen

Verwandte Übersetzungen für puzzels oplossen