Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. ongeldig worden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für ongeldig worden (Niederländisch) ins Deutsch

ongeldig worden:

ongeldig worden Verb (word ongeldig, wordt ongeldig, werd ongeldig, werden ongeldig, ongeldig geworden)

  1. ongeldig worden

Konjugationen für ongeldig worden:

o.t.t.
  1. word ongeldig
  2. wordt ongeldig
  3. wordt ongeldig
  4. worden ongeldig
  5. worden ongeldig
  6. worden ongeldig
o.v.t.
  1. werd ongeldig
  2. werd ongeldig
  3. werd ongeldig
  4. werden ongeldig
  5. werden ongeldig
  6. werden ongeldig
v.t.t.
  1. ben ongeldig geworden
  2. bent ongeldig geworden
  3. is ongeldig geworden
  4. zijn ongeldig geworden
  5. zijn ongeldig geworden
  6. zijn ongeldig geworden
v.v.t.
  1. was ongeldig geworden
  2. was ongeldig geworden
  3. was ongeldig geworden
  4. waren ongeldig geworden
  5. waren ongeldig geworden
  6. waren ongeldig geworden
o.t.t.t.
  1. zal ongeldig worden
  2. zult ongeldig worden
  3. zal ongeldig worden
  4. zullen ongeldig worden
  5. zullen ongeldig worden
  6. zullen ongeldig worden
o.v.t.t.
  1. zou ongeldig worden
  2. zou ongeldig worden
  3. zou ongeldig worden
  4. zouden ongeldig worden
  5. zouden ongeldig worden
  6. zouden ongeldig worden
diversen
  1. word ongeldig!
  2. wordt ongeldig!
  3. ongeldig geworden
  4. ongeldig wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für ongeldig worden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
vervallen ongeldig worden

Verwandte Übersetzungen für ongeldig worden