Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->übersetze levensvatbaarheid

übersetze levensvatbaarheid von Niederländische ins Deutsch

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

levensvatbaarheid:
- Vitalität; Lebenskraft; Triebkraft
levensvatbaar:
- lebenskräftig; vital
Wiktionary:
- levensvatbaar → selbständig

Niederländisch

Detailübersetzungen für levensvatbaarheid (Niederländisch) ins Deutsch

levensvatbaarheid:

levensvatbaarheid [de ~ (v)] Nomen

de levensvatbaarheid (groeikracht)
die Vitalität; die Lebenskraft; die Triebkraft
- Vitalität [die ~] Nomen
- Lebenskraft [die ~] Nomen
- Triebkraft [die ~] Nomen

Übersetzung Matrix für levensvatbaarheid:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Lebenskraft	groeikracht; levensvatbaarheid	levenskracht; vitaliteit
Triebkraft	groeikracht; levensvatbaarheid	aandrift; aandrijving; aanmoediging; aansporing; animering; daadkracht; dynamiek; energie; esprit; fut; gistkracht; kracht; momentum; motor; opwekking; prikkel; puf; stimulans; stimulering; stuwkracht; voortstuwing; werklust
Vitalität	groeikracht; levensvatbaarheid	levenskracht; vitaliteit

Verwandte Wörter für "levensvatbaarheid":

levensvatbaar

levensvatbaar:

levensvatbaar Adjektiv

levensvatbaar
lebenskräftig; vital
- lebenskräftig Adjektiv
- vital Adjektiv

Übersetzung Matrix für levensvatbaar:

Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
lebenskräftig	levensvatbaar	levenskrachtig; vitaal
vital	levensvatbaar	levenskrachtig; van levensbelang; vitaal

Verwandte Wörter für "levensvatbaar":

levensvatbaarheid, levensvatbare

Wiktionary Übersetzungen für levensvatbaar:

Cross Translation:

From	To	Via
• levensvatbaar	→ selbständig	↔ viable — able to live on its own