Niederländisch
Detailübersetzungen für leegeten (Niederländisch) ins Deutsch
leegeten:
Konjugationen für leegeten:
o.t.t.
- eet leeg
- eet leeg
- eet leeg
- eten leeg
- eten leeg
- eten leeg
o.v.t.
- at leeg
- at leeg
- at leeg
- aten leeg
- aten leeg
- aten leeg
v.t.t.
- heb leeggegeten
- hebt leeggegeten
- heeft leeggegeten
- hebben leeggegeten
- hebben leeggegeten
- hebben leeggegeten
v.v.t.
- had leeggegeten
- had leeggegeten
- had leeggegeten
- hadden leeggegeten
- hadden leeggegeten
- hadden leeggegeten
o.t.t.t.
- zal leegeten
- zult leegeten
- zal leegeten
- zullen leegeten
- zullen leegeten
- zullen leegeten
o.v.t.t.
- zou leegeten
- zou leegeten
- zou leegeten
- zouden leegeten
- zouden leegeten
- zouden leegeten
en verder
- ben leeggegeten
- bent leeggegeten
- is leeggegeten
- zijn leeggegeten
- zijn leeggegeten
- zijn leeggegeten
diversen
- eet leeg!
- eet leeg!
- leeggegeten
- leegetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze