Niederländisch

Detailübersetzungen für hachelijkheid (Niederländisch) ins Deutsch

hachelijkheid:

hachelijkheid [znw.] Nomen

  1. hachelijkheid (neteligheid)
    die Bedenklichkeit

Übersetzung Matrix für hachelijkheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Bedenklichkeit hachelijkheid; neteligheid

Verwandte Wörter für "hachelijkheid":


hachelijk:

hachelijk Adjektiv

  1. hachelijk (precair; lastig; kritiek; )
    lästig; schwierig; schlimm; heikel; mißlich; furchtbar; unbequem; unangenehm; brenzlig; schwer; peinlich; prekär; gefährlich; drohend; beschwerlich; hinderlich; delikat; zudringlich; feindlich; unbestimmt; bedrohlich; aufdringlich; verfänglich; mäkelig
  2. hachelijk (riskant; gevaarlijk; risicovol)
    gefährlich; riskant; gewagt; heikel; schwierig; brenzlig; mißlich
  3. hachelijk (benard; zorgwekkend; kritiek; )
    bedrängt
  4. hachelijk (gevaarlijk; gewaagd)
    schwierig; unbestimmt; heikel; prekär; brenzlig; mißlich

Übersetzung Matrix für hachelijk:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
schwer groots; grootschalig; reuze
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aufdringlich delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair indringende; indringerig; opdringerig
bedrohlich delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair dreigend; eng; hatelijk; stekelig; vijandelijk; vijandig
bedrängt benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend bedompt; beklemd; beklemmend; bekneld; benauwd; benauwend; drukkend; geklemd; klemgereden; klemgezet; muf
beschwerlich delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair afgezaagd; bezwaarlijk; ellendig; ergerlijk; irritant; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; met bezwaren; rot; saai; vervelend
brenzlig delicaat; gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair; risicovol; riskant dreigend; eng
delikat delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijn van smaak; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak
drohend delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair dreigend; eng; hatelijk; stekelig; vijandelijk; vijandig
feindlich delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair dreigend; eng; hatelijk; stekelig; vijandelijk; vijandig
furchtbar delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair afgrijselijk; afschuwelijk; afstotelijk; afstotend; barbaars; beestachtig; bijzonder; bliksems; bruut; buitengewoon; dreigend; eng; enorm; ergst; extreem; godgeklaagd; grootst; gruwelijk; hatelijk; hemeltergend; hoogst; ijzingwekkend; inhumaan; maximaal; meest; misselijkmakend; monsterlijk; onmenselijk; ontiegelijk; ontzettend; schandalig; schandelijk; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; stekelig; ten hemel schreiend; uiterst; verdraaid; verduiveld; verfoeilijk; verschrikkelijk; vijandig; vreselijk; walgelijk; weerzinwekkend; wreed; zeer ergerlijk
gefährlich delicaat; gevaarlijk; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair; risicovol; riskant dreigend; eng; hatelijk; stekelig; vijandelijk; vijandig
gewagt gevaarlijk; hachelijk; risicovol; riskant gedurfd; gewaagd; koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; pikant; provocerend; stoutmoedig; uitdagend; vermetel
heikel delicaat; gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair; risicovol; riskant breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak
hinderlich delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair afgezaagd; ellendig; hinder veroorzakend; hinderlijk; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; onaangenaam; ongemakkelijk; rot; saai; storend; vervelend
lästig delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair afgezaagd; bezwaarlijk; ellendig; gegeneerd; hinder veroorzakend; hinderlijk; krukkig; langdraadig; langwijlig; lastig; lastige; melig; met bezwaren; naar; niet schikkend; onaangenaam; onbeholpen; oncomfortabel; ongelegen; ongemakkelijk; ongerieflijk; onhandig; onplezierig; onverkwikkelijk; opgelaten; rot; saai; schutterig; slungelig; storend; stumperig; stuntelig; sukkelig; vervelend
mißlich delicaat; gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair; risicovol; riskant krukkig; onbeholpen; ongemakkelijk; onhandig; opgelaten; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig
mäkelig delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair vitterig
peinlich delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair genant; gênant; pijnlijk
prekär delicaat; gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair
riskant gevaarlijk; hachelijk; risicovol; riskant
schlimm delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair argwaan opwekkend; brutaal; erg; ernstig; fel; gemeen; heel erg; heftig; hevig; hondsbrutaal; ijzingwekkend; krachtig; kwaadwillig; kwalijk; met slechte intentie; min; ontzettend; ploertig; schrikbarend; schrikwekkend; slecht; snood; vals; van bedenkelijke aard; verdacht; verschrikkelijk; vreselijk; vrijpostig
schwer delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair aanmerkelijk; aanzienlijk; afgezaagd; agressief; beduidend; behoorlijk; beklemmend; dikwijls; ellendig; enorm; flink; fors; frequent; geducht; gewelddadig; grof; grofgebouwd; hinderlijk; in hoge mate; knellend; langdraadig; langwijlig; lastig; lomp; machtig; massief; meermaals; melig; menigmaal; met een groot gewicht; moeilijk verteerbaar; naar; niet hol; nijpend; onaangenaam; ongelegen; onplezierig; onverkwikkelijk; regelmatig; rot; ruw; saai; slecht verteerbaar; smartelijk; storend; vaak; veelvuldig; vervelend; zwaar
schwierig delicaat; gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair; risicovol; riskant afgezaagd; belastend; bezwarend; complex; eigenwijs; eigenzinnig; ellendig; gecompliceerd; hard; hardhoofdig; hardop; hinderlijk; ingewikkeld; keihard; koppig; kritisch; langdraadig; langwijlig; lastig; luid; melig; met veel moeilijkheden gepaard gaan; moeilijk; moeilijk begaanbaar; onaangenaam; onwillig; oorverdovend; problematisch; rot; saai; storend; tegendraads; vervelend; weerbarstig; weerspannig
unangenehm delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair afgezaagd; brutaal; ellendig; ergerlijk; gegeneerd; hinderlijk; hondsbrutaal; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; irritant; kil; koud en vochtig; langdraadig; langwijlig; lastig; lelijk; lelijk uitziend; melig; naar; niet schikkend; onaangenaam; onbehaaglijk; ongelegen; ongemakkelijk; onplezierig; onprettig; onverkwikkelijk; onwennig; opgelaten; rot; saai; storend; stuitend; vervelend; vrijpostig
unbequem delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair afgezaagd; ellendig; gegeneerd; hinderlijk; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; naar; niet schikkend; onaangenaam; onbehaaglijk; ongelegen; ongemakkelijk; onplezierig; onprettig; onverkwikkelijk; onwennig; opgelaten; rot; saai; storend; vervelend
unbestimmt delicaat; gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair afgedempt; flauw; gedempt; mistig; nevelachtig; niet doorzichtig; niet helder; niet zeker; onbepaald; onbestemd; ondoorzichtig; onduidelijk; ongewis; onhelder; onoverzichtelijk; onvast; vaag; vaag zichtbaar; vagelijk; wazig; wollig
verfänglich delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair
zudringlich delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair bemoeiziek; brutaal; hondsbrutaal; indringerig; opdringerig; vrijpostig

Verwandte Wörter für "hachelijk":

  • hachelijkheid, hachelijker, hachelijkere, hachelijkst, hachelijkste, hachelijke

Wiktionary Übersetzungen für hachelijk:


Cross Translation:
FromToVia
hachelijk gefährlich; bedrohlich dangereux — Qui met en danger (sens général)
hachelijk waghalsig; besorglich; gefährlich périlleux — Qui est dangereux, où il y a du péril.
hachelijk furchtbar; besorglich; gefährlich redoutable — Qui être à redouter.

Computerübersetzung von Drittern: