Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. comprimeren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für comprimeren (Niederländisch) ins Deutsch

comprimeren:

comprimeren Verb (comprimeer, comprimeert, comprimeerde, comprimeerden, gecomprimeerd)

  1. comprimeren (samenpersen; samendrukken)
    komprimieren; zusammenpressen; zusammendrücken
    • komprimieren Verb (komprimiere, komprimierst, komprimiert, komprimierte, komprimiertet, komprimiert)
    • zusammenpressen Verb (presse zusammen, preßt zusammen, preßte zusammen, preßtet zusammen, zusammengepreßt)
    • zusammendrücken Verb (drücke zusammen, drückst zusammen, drückt zusammen, drückte zusammen, drücktet zusammen, zusammengedrückt)
  2. comprimeren
    archivieren
    • archivieren Verb (archiviere, archivierst, archiviert, archivierte, archiviertet, archiviert)
  3. comprimeren
    komprimieren
    • komprimieren Verb (komprimiere, komprimierst, komprimiert, komprimierte, komprimiertet, komprimiert)

Konjugationen für comprimeren:

o.t.t.
  1. comprimeer
  2. comprimeert
  3. comprimeert
  4. comprimeren
  5. comprimeren
  6. comprimeren
o.v.t.
  1. comprimeerde
  2. comprimeerde
  3. comprimeerde
  4. comprimeerden
  5. comprimeerden
  6. comprimeerden
v.t.t.
  1. heb gecomprimeerd
  2. hebt gecomprimeerd
  3. heeft gecomprimeerd
  4. hebben gecomprimeerd
  5. hebben gecomprimeerd
  6. hebben gecomprimeerd
v.v.t.
  1. had gecomprimeerd
  2. had gecomprimeerd
  3. had gecomprimeerd
  4. hadden gecomprimeerd
  5. hadden gecomprimeerd
  6. hadden gecomprimeerd
o.t.t.t.
  1. zal comprimeren
  2. zult comprimeren
  3. zal comprimeren
  4. zullen comprimeren
  5. zullen comprimeren
  6. zullen comprimeren
o.v.t.t.
  1. zou comprimeren
  2. zou comprimeren
  3. zou comprimeren
  4. zouden comprimeren
  5. zouden comprimeren
  6. zouden comprimeren
en verder
  1. is gecomprimeerd
  2. zijn gecomprimeerd
diversen
  1. comprimeer!
  2. comprimeert!
  3. gecomprimeerd
  4. comprimerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für comprimeren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
archivieren comprimeren archiveren; bewaren; opbergen; opslaan
komprimieren comprimeren; samendrukken; samenpersen verkleinen
zusammendrücken comprimeren; samendrukken; samenpersen
zusammenpressen comprimeren; samendrukken; samenpersen

Synonyms for "comprimeren":


Verwandte Definitionen für "comprimeren":

  1. er een kleiner geheel van maken1
    • de lucht wordt in de cilinder gecomprimeerd1

Wiktionary Übersetzungen für comprimeren:

comprimeren
verb
  1. samenpersen, compact maken

Cross Translation:
FromToVia
comprimeren komprimieren compress — to press together into a smaller space
comprimeren komprimieren compress — to condense