Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. bijstorten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bijstorten (Niederländisch) ins Deutsch

bijstorten:

bijstorten Verb (stort bij, stortte bij, stortten bij, bijgestort)

  1. bijstorten (op rekening storten)
    auf das Konto überweisen; überweisen

Konjugationen für bijstorten:

o.t.t.
  1. stort bij
  2. stort bij
  3. stort bij
  4. storten bij
  5. storten bij
  6. storten bij
o.v.t.
  1. stortte bij
  2. stortte bij
  3. stortte bij
  4. stortten bij
  5. stortten bij
  6. stortten bij
v.t.t.
  1. heb bijgestort
  2. hebt bijgestort
  3. heeft bijgestort
  4. hebben bijgestort
  5. hebben bijgestort
  6. hebben bijgestort
v.v.t.
  1. had bijgestort
  2. had bijgestort
  3. had bijgestort
  4. hadden bijgestort
  5. hadden bijgestort
  6. hadden bijgestort
o.t.t.t.
  1. zal bijstorten
  2. zult bijstorten
  3. zal bijstorten
  4. zullen bijstorten
  5. zullen bijstorten
  6. zullen bijstorten
o.v.t.t.
  1. zou bijstorten
  2. zou bijstorten
  3. zou bijstorten
  4. zouden bijstorten
  5. zouden bijstorten
  6. zouden bijstorten
diversen
  1. stort bij!
  2. stort bij!
  3. bijgestort
  4. bijstortend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bijstorten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
auf das Konto überweisen bijstorten; op rekening storten
überweisen bijstorten; op rekening storten geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden; verwijzen