Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. arbeidsgeschiktheid:
  2. arbeidsgeschikt:


Niederländisch

Detailübersetzungen für arbeidsgeschiktheid (Niederländisch) ins Deutsch

arbeidsgeschiktheid:

arbeidsgeschiktheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de arbeidsgeschiktheid

Übersetzung Matrix für arbeidsgeschiktheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Arbeitstauglichkeit arbeidsgeschiktheid
Erwerbsfähigkeit arbeidsgeschiktheid

Verwandte Wörter für "arbeidsgeschiktheid":


arbeidsgeschikt:

arbeidsgeschikt Adjektiv

  1. arbeidsgeschikt (geschikt; valide; in staat te werken)

Übersetzung Matrix für arbeidsgeschikt:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
arbeitstauglich arbeidsgeschikt; geschikt; in staat te werken; valide
erwerbsfähig arbeidsgeschikt; geschikt; in staat te werken; valide

Verwandte Wörter für "arbeidsgeschikt":