Übersicht
Spanisch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. encochetar:


Spanisch

Detailübersetzungen für encochetar (Spanisch) ins Niederländisch

encochetar:

encochetar Verb

  1. encochetar (enganchar; abrochar; acoplar)
    aankoppelen; aanhaken; vastkoppelen; vasthaken
    • aankoppelen Verb (koppel aan, koppelt aan, koppelde aan, koppelden aan, aangekoppeld)
    • aanhaken Verb (haak aan, haakt aan, haakte aan, haakten aan, aangehaakt)
    • vastkoppelen Verb (koppel vast, koppelt vast, koppelde vast, koppelden vast, vastgekoppeld)
    • vasthaken Verb (haak vast, haakt vast, haakte vast, haakten vast, vastgehaakt)

Übersetzung Matrix für encochetar:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aanhaken enganche
vasthaken enganchar
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aanhaken abrochar; acoplar; encochetar; enganchar
aankoppelen abrochar; acoplar; encochetar; enganchar enganchar
vasthaken abrochar; acoplar; encochetar; enganchar
vastkoppelen abrochar; acoplar; encochetar; enganchar enganchar