Übersicht
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. verläumden:


Deutsch

Detailübersetzungen für verläumden (Deutsch) ins Niederländisch

verläumden:

verläumden Verb

  1. verläumden (beklecksen; beschmieren; anschmieren; lästern)
    bevuilen; besmeren; bekladden; bevlekken; bemorsen
    • bevuilen Verb (bevuil, bevuilt, bevuilde, bevuilden, bevuild)
    • besmeren Verb (besmeer, besmeert, besmeerde, besmeerden, besmeerd)
    • bekladden Verb (beklad, bekladt, bekladde, bekladden, beklad)
    • bevlekken Verb (bevlek, bevlekt, bevlekte, bevlekten, bevlekt)
    • bemorsen Verb (bemors, bemorst, bemorste, bemorsten, bemorst)

Übersetzung Matrix für verläumden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bekladden anschmieren; beklecksen; beschmieren; lästern; verläumden
bemorsen anschmieren; beklecksen; beschmieren; lästern; verläumden
besmeren anschmieren; beklecksen; beschmieren; lästern; verläumden
bevlekken anschmieren; beklecksen; beschmieren; lästern; verläumden beschmutzen; besudeln; den Glanz nehmen; leicht schmutzig werden
bevuilen anschmieren; beklecksen; beschmieren; lästern; verläumden beschmutzen; flecken; kleksen; schmutzen; sudeln; versauen; verunreinigen

Computerübersetzung von Drittern: