Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->übersetze sichsenken

übersetze sichsenken von Deutsche ins Niederländisch

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

sichsenken:
- ondergaan; zinken; onder water gaan; uitzakken; uitbuiken

Deutsch

Detailübersetzungen für sichsenken (Deutsch) ins Niederländisch

sichsenken:

sichsenken Verb

sichsenken (sinken; untergehen; versinken; versenken; einstürzen; einsinken; senken; herunterrutschen; fallen; sickern; umkommen)
ondergaan; zinken; onder water gaan
- ondergaan Verb (onderga, ondergaat, onderging, ondergingen, ondergaan)
- zinken Verb (zink, zinkt, zonk, zonken, gezonken)
- onder water gaan Verb
sichsenken (einsacken; einsinken; setzen; einpacken; vorfallen; auseinandergehen; prolabieren; ausbeuteln)
uitzakken; uitbuiken
- uitzakken Verb (zak uit, zakt uit, zakte uit, zakten uit, uitgezakt)
- uitbuiken Verb

Übersetzung Matrix für sichsenken:

Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
onder water gaan	einsinken; einstürzen; fallen; herunterrutschen; senken; sichsenken; sickern; sinken; umkommen; untergehen; versenken; versinken
ondergaan	einsinken; einstürzen; fallen; herunterrutschen; senken; sichsenken; sickern; sinken; umkommen; untergehen; versenken; versinken	erliegen; umkommen; untergehen; zugrunde gehen; zusammenbrechen
uitbuiken	ausbeuteln; auseinandergehen; einpacken; einsacken; einsinken; prolabieren; setzen; sichsenken; vorfallen
uitzakken	ausbeuteln; auseinandergehen; einpacken; einsacken; einsinken; prolabieren; setzen; sichsenken; vorfallen	ausbeuteln
zinken	einsinken; einstürzen; fallen; herunterrutschen; senken; sichsenken; sickern; sinken; umkommen; untergehen; versenken; versinken	vergehen; zerfallen; zurückgehen; zurücklaufen
Adjective	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
zinken		aus Zink