Übersicht
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. recht geben:


Deutsch

Detailübersetzungen für recht geben (Deutsch) ins Niederländisch

recht geben:

recht geben Verb

  1. recht geben (beifallen; beipflichten)
    steunen; bijvallen; gelijk geven
    • steunen Verb (steun, steunt, steunde, steunden, gesteund)
    • bijvallen Verb (val bij, valt bij, viel bij, vielen bij, bijgevallen)
    • gelijk geven Verb (geef gelijk, geeft gelijk, gaf gelijk, gaven gelijk, gelijk gegeven)

Übersetzung Matrix für recht geben:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
steunen Abstützen; Seufzen; Stützen; Ächzen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bijvallen beifallen; beipflichten; recht geben einstimmen
gelijk geven beifallen; beipflichten; recht geben
steunen beifallen; beipflichten; recht geben abstützen; beistehen; einstimmen; entlasten; stöhnen; stützen; unterstützen; wehklagen; wimmern; winseln

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für recht geben