Übersicht
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. etwas erlaßen:


Deutsch

Detailübersetzungen für etwas erlaßen (Deutsch) ins Niederländisch

etwas erlaßen:

etwas erlaßen Verb

  1. etwas erlaßen (ansagen; ankündigen; verlesen; bekanntmachen)
    decreteren; uitvaardigen; afkondigen
    • decreteren Verb (decreteer, decreteert, decreteerde, decreteerden, gedecreteerd)
    • uitvaardigen Verb (vaardig uit, vaardigt uit, vaardigde uit, vaardigden uit, uitgevaardigd)
    • afkondigen Verb (kondig af, kondigt af, kondigde af, kondigden af, afgekondigd)

Übersetzung Matrix für etwas erlaßen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
afkondigen ankündigen; ansagen; bekanntmachen; etwas erlaßen; verlesen anordnen; befehlen; bekanntgeben; bekanntmachen; bestimmen; dekretieren; diktieren; proklamieren; verkünden; verkündigen; verordnen; veröffentlichen; vorschreiben
decreteren ankündigen; ansagen; bekanntmachen; etwas erlaßen; verlesen anordnen; auftragen; beauftragen; befehlen; beherrschen; bekanntmachen; bestimmen; dekretieren; diktieren; erlassen; gebieten; herrschen; kommandieren; regieren; verordnen; vorschreiben
uitvaardigen ankündigen; ansagen; bekanntmachen; etwas erlaßen; verlesen

Verwandte Übersetzungen für etwas erlaßen