Übersicht
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. abhouwen:


Deutsch

Detailübersetzungen für abhouwen (Deutsch) ins Niederländisch

abhouwen:

abhouwen Verb

  1. abhouwen (abhauen; kappen)
    afkappen; afhouwen; afhakken
    • afkappen Verb (kap af, kapt af, kapte af, kapten af, afgekapt)
    • afhouwen Verb (houw af, houwt af, houwde af, houwden af, afgehouwen)
    • afhakken Verb (hak af, hakt af, hakte af, hakten af, afgehakt)

Übersetzung Matrix für abhouwen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
afhakken Abkappen
afhouwen Abkappen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
afhakken abhauen; abhouwen; kappen
afhouwen abhauen; abhouwen; kappen
afkappen abhauen; abhouwen; kappen abhauen; abkappen

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für abhouwen