Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->übersetze Unerschrockenheit

übersetze Unerschrockenheit von Deutsche ins Niederländisch

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Unerschrockenheit:
- stoutmoedigheid; driestheid; onverschrokkenheid; koenheid; kloekheid; vermetelheid; manhaftigheid

Deutsch

Detailübersetzungen für Unerschrockenheit (Deutsch) ins Niederländisch

Unerschrockenheit:

Unerschrockenheit [die ~] Nomen

die Unerschrockenheit (Tollkühnheit; Mut; Tapferkeit; Kühnheit)
de stoutmoedigheid; de driestheid; de onverschrokkenheid; de koenheid; de kloekheid; de vermetelheid
- stoutmoedigheid [de ~ (v)] Nomen
- driestheid [de ~ (v)] Nomen
- onverschrokkenheid [de ~ (v)] Nomen
- koenheid [de ~ (v)] Nomen
- kloekheid [de ~ (v)] Nomen
- vermetelheid [de ~ (v)] Nomen
die Unerschrockenheit (Mannhaftigkeit)
de manhaftigheid
- manhaftigheid [de ~ (v)] Nomen

Übersetzung Matrix für Unerschrockenheit:

Computerübersetzung von Drittern: