Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->übersetze Landstriche

übersetze Landstriche von Deutsche ins Niederländisch

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Landstriche:
- gebied; plaats; regio; streek; landstreek; gouw; gewest; oord

Deutsch

Detailübersetzungen für Landstriche (Deutsch) ins Niederländisch

Landstriche:

Landstriche [die ~] Nomen

die Landstriche (Gegend)
het gebied; de plaats; de regio; de streek; de landstreek; de gouw; het gewest; het oord
- gebied [het ~] Nomen
- plaats [de ~] Nomen
- regio [de ~] Nomen
- streek [de ~] Nomen
- landstreek [de ~] Nomen
- gouw [de ~] Nomen
- gewest [het ~] Nomen
- oord [het ~] Nomen

Übersetzung Matrix für Landstriche:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
gebied	Gegend; Landstriche	Baugelände; Bauland; Baustelle; Bereich; Bezirk; Ebene; Einsatz; Einsätze; Erweiterung; Fläche; Gebiet; Gebäude; Gegend; Gelände; Grundstück; Haus; Häuser; Kavelung; Landstrich; Navigationsort; Ort; Parzelle; Posten; Provinz; Rechtsgebiet; Region; Zone
gewest	Gegend; Landstriche	Bereich; Bezirk; Gebiet; Gegend; Landstrich; Ort; Provinz; Rechtsgebiet; Region; Zone
gouw	Gegend; Landstriche
landstreek	Gegend; Landstriche
oord	Gegend; Landstriche	Gebiet; Gegend
plaats	Gegend; Landstriche	Ort; Platz; Standort; Stelle
regio	Gegend; Landstriche	Bereich; Cachebereich; Gau; Gegend; Provinz; Region
streek	Gegend; Landstriche	Bereich; Bezirk; Flausen; Fläche; Gau; Gebiet; Gegend; Gelände; Lauer; Provinz; Region; Scherz; Schäkerei; Spaß; Spaßen; Späßchen; Streich; Ulk; Zone