Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->übersetze Abdichten

übersetze Abdichten von Deutsche ins Niederländisch

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Abdichten:
- dichtdoen; dichtdraaien; afsluiting; sluiting; het afsluiten; dichtmaken
Wiktionary:
- Abdichten → verpakking

Deutsch

Detailübersetzungen für Abdichten (Deutsch) ins Niederländisch

Abdichten:

Abdichten [das ~] Nomen

Abdichten (Abschliessen; Dichten)
dichtdoen; dichtdraaien
- dichtdoen [znw.] Nomen
- dichtdraaien [znw.] Nomen
Abdichten (Abschliessen; Schliessen; Dichten)
de afsluiting; de sluiting; het afsluiten; dichtmaken
- afsluiting [de ~ (v)] Nomen
- sluiting [de ~ (v)] Nomen
- het afsluiten [znw.] Nomen
- dichtmaken [znw.] Nomen

Übersetzung Matrix für Abdichten:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
afsluiting	Abdichten; Abschliessen; Dichten; Schliessen	Barrikade; Sperre; Sperrung; Versperrung
dichtdoen	Abdichten; Abschliessen; Dichten
dichtdraaien	Abdichten; Abschliessen; Dichten
dichtmaken	Abdichten; Abschliessen; Dichten; Schliessen
het afsluiten	Abdichten; Abschliessen; Dichten; Schliessen
sluiting	Abdichten; Abschliessen; Dichten; Schliessen	Abschluß; Beendigung; Beendung; Ende; Reißverschluß; Verschluß
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
dichtdoen		abdichten; abschliessen; abschließen; absperren; festknöpfen; isolieren; schließen; sperren; verknoten; verrammeln; verriegeln; verschließen; versperren; zudrehen; zuknöpfen; zumachen; zuschliessen; zusperren
dichtdraaien		schließen; zudrehen
dichtmaken		abdichten; abschliessen; absperren; isolieren; schließen; sperren; verrammeln; verriegeln; verschließen; versperren; zumachen; zuschliessen; zusperren

Wiktionary Übersetzungen für Abdichten:

Cross Translation:

From	To	Via
• Abdichten	→ verpakking	↔ étanchéification — Action de rendre étanche.
• Abdichten	→ verpakking	↔ étanchéisation — Action de rendre étanche