Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. indringen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für indringen (Niederländisch) ins Schwedisch

indringen:

indringen Verb (dring in, dringt in, drong in, drongen in, ingedrongen)

  1. indringen (infiltreren; binnendringen)
    infiltrera
    • infiltrera Verb (infiltrerar, infiltrerade, infiltrerat)
  2. indringen (binnendringen; penetreren)
    genomborra; bryta sig igenom; genomtränga
    • genomborra Verb (genomborrar, genomborrade, genomborrat)
    • bryta sig igenom Verb (bryter sig igenom, bröt sig igenom, brutit sig igenom)
    • genomtränga Verb (genomtränger, genomträngde, genomträngt)

Konjugationen für indringen:

o.t.t.
  1. dring in
  2. dringt in
  3. dringt in
  4. dringen in
  5. dringen in
  6. dringen in
o.v.t.
  1. drong in
  2. drong in
  3. drong in
  4. drongen in
  5. drongen in
  6. drongen in
v.t.t.
  1. ben ingedrongen
  2. bent ingedrongen
  3. is ingedrongen
  4. zijn ingedrongen
  5. zijn ingedrongen
  6. zijn ingedrongen
v.v.t.
  1. was ingedrongen
  2. was ingedrongen
  3. was ingedrongen
  4. waren ingedrongen
  5. waren ingedrongen
  6. waren ingedrongen
o.t.t.t.
  1. zal indringen
  2. zult indringen
  3. zal indringen
  4. zullen indringen
  5. zullen indringen
  6. zullen indringen
o.v.t.t.
  1. zou indringen
  2. zou indringen
  3. zou indringen
  4. zouden indringen
  5. zouden indringen
  6. zouden indringen
en verder
  1. is ingedrongen
diversen
  1. dring in!
  2. dringt in!
  3. ingedrongen
  4. indringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für indringen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bryta sig igenom binnendringen; indringen; penetreren
genomborra binnendringen; indringen; penetreren aan de spies rijgen; doorprikken; openprikken; overhoop steken; priemen; spietsen
genomtränga binnendringen; indringen; penetreren
infiltrera binnendringen; indringen; infiltreren