Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. eer:
  2. eren:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für eer (Niederländisch) ins Schwedisch

eer:

eer [de ~ (m)] Nomen

  1. de eer (eergevoel; trots)
    ärokänsla; ära; stolthet
  2. de eer (verering; hulde)

eer adv

  1. eer (voordat; voor; alvorens; aleer; alvoor)
    framför

Übersetzung Matrix für eer:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
stolthet eer; eergevoel; trots fierheid; hoogmoedigheid; hovaardigheid; trots
ära eer; eergevoel; trots buiging; eerbetoon; eerbewijs; ere; prijs; roem
ärande eer; hulde; verering achten; eerbetoon; eren; huldebetoon; huldiging
ärokänsla eer; eergevoel; trots
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ära eer aandoen; eer bewijzen; eren; hulde bewijzen; huldigen; in ere houden
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
framför aleer; alvoor; alvorens; eer; voor; voordat daarvoor; ervoor; voor; vooraan

Verwandte Wörter für "eer":


Verwandte Definitionen für "eer":

  1. voordat1
    • het duurde lang eer de bus kwam1
  2. wat je een goede naam geeft, waarom je bewonderd wordt1
    • de directeur ontving mij, dat was een hele eer1

Wiktionary Übersetzungen für eer:

eer
noun
  1. aanzien, roem

Cross Translation:
FromToVia
eer ära honour — token of praise or respect
eer heder; honnör; ära honneursentiment d’une dignité morale, estimer plus haut que tous les biens, et qui porter certaines personnes à des actions loyales, nobles et courageux.
eer hellre le mieux — Ce qu’il y a de mieux
eer hellre mieux — Ce qui est meilleur.
eer hellre plutôtTraductions à trier suivant le sens.

eren:

eren Verb (eer, eert, eerde, eerden, geëerd)

  1. eren (eerbied bewijzen)
    respektera
    • respektera Verb (respekterar, respekterade, respekterat)
  2. eren (hulde bewijzen; eer aandoen; huldigen)
    ära
    • ära Verb (ärar, ärade, ärat)

Konjugationen für eren:

o.t.t.
  1. eer
  2. eert
  3. eert
  4. eren
  5. eren
  6. eren
o.v.t.
  1. eerde
  2. eerde
  3. eerde
  4. eerden
  5. eerden
  6. eerden
v.t.t.
  1. heb geëerd
  2. hebt geëerd
  3. heeft geëerd
  4. hebben geëerd
  5. hebben geëerd
  6. hebben geëerd
v.v.t.
  1. had geëerd
  2. had geëerd
  3. had geëerd
  4. hadden geëerd
  5. hadden geëerd
  6. hadden geëerd
o.t.t.t.
  1. zal eren
  2. zult eren
  3. zal eren
  4. zullen eren
  5. zullen eren
  6. zullen eren
o.v.t.t.
  1. zou eren
  2. zou eren
  3. zou eren
  4. zouden eren
  5. zouden eren
  6. zouden eren
en verder
  1. ben geëerd
  2. bent geëerd
  3. is geëerd
  4. zijn geëerd
  5. zijn geëerd
  6. zijn geëerd
diversen
  1. eer!
  2. eert!
  3. geëerd
  4. erend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

eren [znw.] Nomen

  1. eren (achten)

Übersetzung Matrix für eren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ära buiging; eer; eerbetoon; eerbewijs; eergevoel; ere; prijs; roem; trots
ärande achten; eren eer; eerbetoon; hulde; huldebetoon; huldiging; verering
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
respektera eerbied bewijzen; eren
ära eer aandoen; eren; hulde bewijzen; huldigen eer bewijzen; in ere houden

Wiktionary Übersetzungen für eren:


Cross Translation:
FromToVia
eren lova praise — to give praise to
eren hedra; ära honorerrendre honneur et respect.

Verwandte Übersetzungen für eer