Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. duurzaamheid:
  2. duurzaam:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für duurzaamheid (Niederländisch) ins Schwedisch

duurzaamheid:

duurzaamheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de duurzaamheid (bestendigheid)
    liv; livslängd; hållbarhet

Übersetzung Matrix für duurzaamheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hållbarhet bestendigheid; duurzaamheid betrouwbaarheid; bewaarbaarheid; conserveerbaarheid; degelijkheid; deugdelijkheid; houdbaarheid; soliditeit; stevigheid
liv bestendigheid; duurzaamheid bestaan; drukte; existentie; gedrang; geharrewar; leven; levens; leventje; stampei; tamtam; toeloop; toevloed; zijn
livslängd bestendigheid; duurzaamheid levensduur; oudheid

Verwandte Wörter für "duurzaamheid":


Wiktionary Übersetzungen für duurzaamheid:


Cross Translation:
FromToVia
duurzaamheid beständighet; varaktighet; permanens Permanenzununterbrochene Dauer, ununterbrochener Zeitraum
duurzaamheid hållbarhet sustainability — ecological sense

duurzaamheid form of duurzaam:

duurzaam Adjektiv

  1. duurzaam
    hållbart; varaktig; varaktigt

Übersetzung Matrix für duurzaam:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hållbart houdbaarheid; kunnen bewaren
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hållbart duurzaam duurzame; houdbaar; uit te houden
varaktig duurzaam bestendig; onveranderlijk
varaktigt duurzaam bestendig; duurzame; onveranderlijk; uithoudend; verdragend

Verwandte Wörter für "duurzaam":


Wiktionary Übersetzungen für duurzaam:


Cross Translation:
FromToVia
duurzaam bestående; varaktig; permanent dauerhaft — lange anhaltend; auf Dauer
duurzaam hållbar sustainable — able to be sustained: environmental term