Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. knap:
  2. knappen:
  3. Wiktionary:
Schwedisch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. knap:
    The word knap exists in our database, but we currently do not have a translation from Swedish to Dutch.
    • Synonyms for "knåp":
      pyssel


Niederländisch

Detailübersetzungen für knap (Niederländisch) ins Schwedisch

knap:

knap Adjektiv

  1. knap (leuk van uiterlijk)
    snygg; snyggt
  2. knap (leuk om te zien)
    snygg; snyggt; stilig; stiligt
  3. knap (goed ogend; mooi; welgevallig; attractief; fraai)
    vackert; snygg; se bra ut; snyggt
  4. knap (ingenieus; vindingrijk; briljant; )
  5. knap (mooi; schoon; welgemaakt; bevallig)
    söt; sött; snyggt; vackert; attraktiv; attraktivt
  6. knap (bekoorlijk; mooi; aantrekkelijk; )
    trevligt; älskvärt; ljuvt; intagande; ljuv; attraktiv
  7. knap (intelligent)
    kapabel

Übersetzung Matrix für knap:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
intagande inhalen; naar binnen halen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
se bra ut flatteren; goed staan
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
snygg attractief; fraai; goed ogend; knap; leuk om te zien; leuk van uiterlijk; mooi; welgevallig aantrekkelijk; beeldschoon; gelikt; indrukwekkend; picobello; piekfijn; professioneel uitziende; tiptop
- begaafd; bijdehand; intelligent; pienter; slim
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
attraktiv aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi; schoon; welgemaakt aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; charmant; oogstrelend; schattig; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verrukkelijk; verzoekend
attraktivt bevallig; knap; mooi; schoon; welgemaakt aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; charmant; oogstrelend; schattig; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verrukkelijk; verzoekend
behändig briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk
behändigt briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk
intagande aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi aanvallig; bevallig; gracieus; sierlijk
kapabel intelligent; knap
ljuv aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi
ljuvt aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi
se bra ut attractief; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig
snyggt attractief; bevallig; fraai; goed ogend; knap; leuk om te zien; leuk van uiterlijk; mooi; schoon; welgemaakt; welgevallig beeldschoon; gelikt; picobello; piekfijn; tiptop
stilig knap; leuk om te zien chic; elegant; esthetisch; geraffineerd; modieuze verfijning; smaakvol; stijlvol; verfijnd
stiligt knap; leuk om te zien
söt bevallig; knap; mooi; schoon; welgemaakt geestig; geinig; grappig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig; suikerachtig; suikerig; zoet; zoetsmakend
sött bevallig; knap; mooi; schoon; welgemaakt elegant; geestig; geinig; gracieus; grappig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lieflijk; lollig; sierlijk; suikerachtig; suikerig; zoet; zoetig; zoetsmakend
trevligt aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi aangenaam; behaaglijk; betoverend; comfortabel; fijn; gemakkelijk; genietbaar; geriefelijk; heugelijk; heuglijk; jofel; lekker; leuk; luisterrijk; magnifiek; menswaardig; plezant; plezierig; prachtig; prettig; schitterend; te genieten; verblijdend
vackert attractief; bevallig; fraai; goed ogend; knap; mooi; schoon; welgemaakt; welgevallig lieftallig
älskvärt aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi aanvallig; aimabel; bekoorlijk; beminnelijk; bevallig; charmant; genegenheid opwekkend; gracieus; innemend; lief; minzaam; poeslief; sierlijk

Verwandte Wörter für "knap":


Synonyms for "knap":


Antonyme für "knap":


Verwandte Definitionen für "knap":

  1. met aanleg voor iets1
    • wat rekenen betreft is hij erg knap1
  2. hij snapt het vlug, reageert snel1
    • Theo is de knapste van de klas1
  3. mooi om te zien1
    • alle meisjes zijn verliefd op knappe Theo1

Wiktionary Übersetzungen für knap:


Cross Translation:
FromToVia
knap stilig handsome — of man: agreeable to the eye or to correct taste
knap vacker; fin nice — attractive
knap skön; vacker beau — D’aspect agréable à l’œil ou à l’oreille.

knappen:

knappen Verb (knap, knapt, knapte, knapten, geknapt)

  1. knappen
    knaka; spraka; braka; knastra
    • knaka Verb (knakar, knakade, knakat)
    • spraka Verb (sprakar, sprakade, sprakat)
    • braka Verb (brakar, brakade, brakat)
    • knastra Verb (knastrar, knastrade, knastrat)

Konjugationen für knappen:

o.t.t.
  1. knap
  2. knapt
  3. knapt
  4. knappen
  5. knappen
  6. knappen
o.v.t.
  1. knapte
  2. knapte
  3. knapte
  4. knapten
  5. knapten
  6. knapten
v.t.t.
  1. ben geknapt
  2. bent geknapt
  3. is geknapt
  4. zijn geknapt
  5. zijn geknapt
  6. zijn geknapt
v.v.t.
  1. was geknapt
  2. was geknapt
  3. was geknapt
  4. waren geknapt
  5. waren geknapt
  6. waren geknapt
o.t.t.t.
  1. zal knappen
  2. zult knappen
  3. zal knappen
  4. zullen knappen
  5. zullen knappen
  6. zullen knappen
o.v.t.t.
  1. zou knappen
  2. zou knappen
  3. zou knappen
  4. zouden knappen
  5. zouden knappen
  6. zouden knappen
diversen
  1. knap!
  2. knapt!
  3. geknapt
  4. knappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für knappen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
braka knappen
knaka knappen
knastra knappen knapperen; knarsetanden; knetteren
spraka knappen flikkeren; flonkeren; fonkelen; glanzen; schijnen; sprankelen; stralen; twinkelen

Wiktionary Übersetzungen für knappen:


Cross Translation:
FromToVia
knappen knaka craquer — Traductions à trier suivant le sens



Schwedisch

Detailübersetzungen für knap (Schwedisch) ins Niederländisch

knåp:


Synonyms for "knåp":

  • pyssel