Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten
- klikken:
- klik:
-
Wiktionary:
- klikken → anklaga, tillkännagiva, vittna om, avleverera, leverera, lämna
Niederländisch
Detailübersetzungen für klikken (Niederländisch) ins Schwedisch
klikken:
-
klikken (verklappen)
-
klikken (verklikken; verraden; verklappen; verlinken)
-
klikken
Konjugationen für klikken:
o.t.t.
- klik
- klikt
- klikt
- klikken
- klikken
- klikken
o.v.t.
- klikte
- klikte
- klikte
- klikten
- klikten
- klikten
v.t.t.
- heb geklikt
- hebt geklikt
- heeft geklikt
- hebben geklikt
- hebben geklikt
- hebben geklikt
v.v.t.
- had geklikt
- had geklikt
- had geklikt
- hadden geklikt
- hadden geklikt
- hadden geklikt
o.t.t.t.
- zal klikken
- zult klikken
- zal klikken
- zullen klikken
- zullen klikken
- zullen klikken
o.v.t.t.
- zou klikken
- zou klikken
- zou klikken
- zouden klikken
- zouden klikken
- zouden klikken
diversen
- klik!
- klikt!
- geklikt
- klikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het klikken (overbrengen; aanbrengen)
Übersetzung Matrix für klikken:
Verwandte Wörter für "klikken":
klikken form of klik:
Übersetzung Matrix für klik:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
spärrhake | klik |
Verwandte Wörter für "klik":
Schwedisch