Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. slaaf:
  2. afslaan:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für Slaaf (Niederländisch) ins Schwedisch

Slaaf form of slaaf:

slaaf [de ~ (m)] Nomen

  1. de slaaf (lijfeigene)
    träl; slav

Übersetzung Matrix für slaaf:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
slav lijfeigene; slaaf dienstslaaf; verslaafde
träl lijfeigene; slaaf horige

Verwandte Wörter für "slaaf":


Wiktionary Übersetzungen für slaaf:


Cross Translation:
FromToVia
slaaf slav; slavinna; träl slave — person owned by another

afslaan:

afslaan [znw.] Nomen

  1. afslaan (afwijzen; weigeren)
    avvisande; nekande

afslaan Verb (sla af, slaat af, sloeg af, sloegen af, afgeslagen)

  1. afslaan (abstineren; onthouden; afwijzen; afwimpelen; bedanken)
    avstå; avhålla sig
    • avstå Verb (avstår, avstod, avstått)
    • avhålla sig Verb (avhåller sig, avhöll sig, avhållit sig)

Konjugationen für afslaan:

o.t.t.
  1. sla af
  2. slaat af
  3. slaat af
  4. slaan af
  5. slaan af
  6. slaan af
o.v.t.
  1. sloeg af
  2. sloeg af
  3. sloeg af
  4. sloegen af
  5. sloegen af
  6. sloegen af
v.t.t.
  1. heb afgeslagen
  2. hebt afgeslagen
  3. heeft afgeslagen
  4. hebben afgeslagen
  5. hebben afgeslagen
  6. hebben afgeslagen
v.v.t.
  1. had afgeslagen
  2. had afgeslagen
  3. had afgeslagen
  4. hadden afgeslagen
  5. hadden afgeslagen
  6. hadden afgeslagen
o.t.t.t.
  1. zal afslaan
  2. zult afslaan
  3. zal afslaan
  4. zullen afslaan
  5. zullen afslaan
  6. zullen afslaan
o.v.t.t.
  1. zou afslaan
  2. zou afslaan
  3. zou afslaan
  4. zouden afslaan
  5. zouden afslaan
  6. zouden afslaan
en verder
  1. ben afgeslagen
  2. bent afgeslagen
  3. is afgeslagen
  4. zijn afgeslagen
  5. zijn afgeslagen
  6. zijn afgeslagen
diversen
  1. sla af!
  2. slaat af!
  3. afgeslagen
  4. afslaande
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für afslaan:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avvisande afslaan; afwijzen; weigeren afkeuring; afwijzing; rejectie; terugwijzing; verwerping; verworpenheid; weigering
nekande afslaan; afwijzen; weigeren loochening; ontkenning; ontzeggen; weigering
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avhålla sig abstineren; afslaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; onthouden onthouden; opnemen; opslaan
avstå abstineren; afslaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; onthouden afstaan; onthouden; opnemen; opslaan; overgeven
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avvisande afwijzend; negatief; ontkennend; terugwijzend; verwerpen; weigerachtig
nekande negatief; ontkennend; verwaarloosbaar

Wiktionary Übersetzungen für afslaan:


Cross Translation:
FromToVia
afslaan underkänna; kugga refuserrejeter une demande, ne pas accorder ce qui demander ; ne pas vouloir faire ce qui est exiger, prescrire, ordonné.
afslaan kräkas; spy; neka; vägra; tacka nej till rejeter — Traductions à trier suivant le sens
afslaan tacka nej till; neka; vägra; missbilliga; förjaga repousser — Pousser en arrière, rejeter ; faire reculer quelqu’un, écarter de soi quelque chose.


Wiktionary Übersetzungen für Slaaf:


Cross Translation:
FromToVia
Slaaf slav Slav — a member of a group of peoples in Eastern Europe speaking a Slavic language
Slaaf slav Slave — géog|nocat=1 habitant ou habitante d’Europe centrale ou Europe orientale dont la langue fait partie du groupe des langues slaves.