Übersicht


Niederländisch

Detailed Synonyms for verzinnen in Niederländisch

verzinnen:

verzinnen Verb (verzin, verzint, verzon, verzonnen, verzonnen)

  1. verzinnen
    bedenken; verzinnen; uitdenken; verdichten; fantaseren; voorwenden
    • bedenken Verb (bedenk, bedenkt, bedacht, bedachten, bedacht)
    • verzinnen Verb (verzin, verzint, verzon, verzonnen, verzonnen)
    • uitdenken Verb (denk uit, denkt uit, dacht uit, dachten uit, uitgedacht)
    • verdichten Verb (verdicht, verdichtte, verdichtten, verdicht)
    • fantaseren Verb (fantaseer, fantaseert, fantaseerde, fantaseerden, gefantaseerd)
    • voorwenden Verb (wend voor, wendt voor, wendde voor, wendden voor, voorgewend)
  2. verzinnen
    bedenken; plan beramen; verzinnen; beramen; zinnen
    • bedenken Verb (bedenk, bedenkt, bedacht, bedachten, bedacht)
    • verzinnen Verb (verzin, verzint, verzon, verzonnen, verzonnen)
    • beramen Verb (beraam, beraamt, beraamde, beraamden, beraamd)
    • zinnen Verb (zin, zint, zon, zonnen, gezonnen)
  3. verzinnen
    – iets in je hoofd halen 1
    bedenken; verzinnen
    – iets in je hoofd halen 1
    • bedenken Verb (bedenk, bedenkt, bedacht, bedachten, bedacht)
      • kun je een woord bedenken met -ing op het eind?1
    • verzinnen Verb (verzin, verzint, verzon, verzonnen, verzonnen)
      • hij verzint altijd prachtige plannen1

Konjugationen für verzinnen:

o.t.t.
  1. verzin
  2. verzint
  3. verzint
  4. verzinnen
  5. verzinnen
  6. verzinnen
o.v.t.
  1. verzon
  2. verzon
  3. verzon
  4. verzonnen
  5. verzonnen
  6. verzonnen
v.t.t.
  1. heb verzonnen
  2. hebt verzonnen
  3. heeft verzonnen
  4. hebben verzonnen
  5. hebben verzonnen
  6. hebben verzonnen
v.v.t.
  1. had verzonnen
  2. had verzonnen
  3. had verzonnen
  4. hadden verzonnen
  5. hadden verzonnen
  6. hadden verzonnen
o.t.t.t.
  1. zal verzinnen
  2. zult verzinnen
  3. zal verzinnen
  4. zullen verzinnen
  5. zullen verzinnen
  6. zullen verzinnen
o.v.t.t.
  1. zou verzinnen
  2. zou verzinnen
  3. zou verzinnen
  4. zouden verzinnen
  5. zouden verzinnen
  6. zouden verzinnen
diversen
  1. verzin!
  2. verzint!
  3. verzonnen
  4. verzinnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Alternate Synonyms for "verzinnen":


Verwandte Definitionen für "verzinnen":

  1. iets in je hoofd halen1
    • hij verzint altijd prachtige plannen1