Niederländisch
Detailed Synonyms for verfrissen in Niederländisch
verfrissen:
-
verfrissen
-
verfrissen
-
verfrissen
Konjugationen für verfrissen:
o.t.t.
- verfris
- verfrist
- verfrist
- verfrissen
- verfrissen
- verfrissen
o.v.t.
- verfriste
- verfriste
- verfriste
- verfristen
- verfristen
- verfristen
v.t.t.
- heb verfrist
- hebt verfrist
- heeft verfrist
- hebben verfrist
- hebben verfrist
- hebben verfrist
v.v.t.
- had verfrist
- had verfrist
- had verfrist
- hadden verfrist
- hadden verfrist
- hadden verfrist
o.t.t.t.
- zal verfrissen
- zult verfrissen
- zal verfrissen
- zullen verfrissen
- zullen verfrissen
- zullen verfrissen
o.v.t.t.
- zou verfrissen
- zou verfrissen
- zou verfrissen
- zouden verfrissen
- zouden verfrissen
- zouden verfrissen
diversen
- verfris!
- verfrist!
- verfrist
- verfrissend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze