Niederländisch

Detailed Synonyms for uitleg in Niederländisch

uitleg:

uitleg [de ~ (m)] Nomen

  1. de uitleg
    de verduidelijking; de uitleg; de opheldering; de toelichting; de verklaring; de uiteenzetting
  2. de uitleg
    de verklaring; de uitleg; verklarende uitleg; de interpretatie; de duiding
  3. de uitleg
    de briefing; de uitleg; de instructie
  4. de uitleg
    de handleiding; de uitleg

uitleg form of uitleggen:

uitleggen Verb (leg uit, legt uit, legde uit, legden uit, uitgelegd)

  1. uitleggen
    uitleggen; verklaren; toelichten; begrijpelijk maken; ophelderen; opklaren
    • uitleggen Verb (leg uit, legt uit, legde uit, legden uit, uitgelegd)
    • verklaren Verb (verklaar, verklaart, verklaarde, verklaarden, verklaard)
    • toelichten Verb (licht toe, lichtte toe, lichtten toe, toegelicht)
    • ophelderen Verb (helder op, heldert op, helderde op, helderden op, opgehelderd)
    • opklaren Verb (klaar op, klaart op, klaarde op, klaarden op, opgeklaard)
  2. uitleggen
    uitleggen; verduidelijken; uiteenzetten; ontvouwen
    • uitleggen Verb (leg uit, legt uit, legde uit, legden uit, uitgelegd)
    • verduidelijken Verb (verduidelijk, verduidelijkt, verduidelijkte, verduidelijkten, verduidelijkt)
    • uiteenzetten Verb (zet uiteen, zette uiteen, zetten uiteen, uiteengezet)
    • ontvouwen Verb (ontvouw, ontvouwt, ontvouwde, ontvouwden, ontvouwd)
  3. uitleggen
    verduidelijken; nader verklaren; toelichten; uiteenzetten; uitleggen
    • verduidelijken Verb (verduidelijk, verduidelijkt, verduidelijkte, verduidelijkten, verduidelijkt)
    • nader verklaren Verb (verklaar nader, verklaart nader, verklaarde nader, verklaarden nader, nader verklaard)
    • toelichten Verb (licht toe, lichtte toe, lichtten toe, toegelicht)
    • uiteenzetten Verb (zet uiteen, zette uiteen, zetten uiteen, uiteengezet)
    • uitleggen Verb (leg uit, legt uit, legde uit, legden uit, uitgelegd)
  4. uitleggen
    – het op een bepaalde manier zien of voelen 1
    uitleggen; beschouwen
    – het op een bepaalde manier zien of voelen 1
    • uitleggen Verb (leg uit, legt uit, legde uit, legden uit, uitgelegd)
      • hij legde mijn zwijgen uit als boosheid1
    • beschouwen Verb (beschouw, beschouwt, beschouwde, beschouwden, beschouwd)
      • ik beschouw dat als een belediging1
  5. uitleggen
    – wijder maken 1
    uitleggen
    – wijder maken 1
    • uitleggen Verb (leg uit, legt uit, legde uit, legden uit, uitgelegd)
      • je bent dik geworden, ik zal die broek een beetje uitleggen1
  6. uitleggen
    – het duidelijk maken 1
    uitleggen; verklaren
    – het duidelijk maken 1
    • uitleggen Verb (leg uit, legt uit, legde uit, legden uit, uitgelegd)
      • ik zal uitleggen wat dat moeilijke woord betekent1
    • verklaren Verb (verklaar, verklaart, verklaarde, verklaarden, verklaard)
      • kun je verklaren waarom je hier 'wordt' met 'dt' schrijft?1

Konjugationen für uitleggen:

o.t.t.
  1. leg uit
  2. legt uit
  3. legt uit
  4. leggen uit
  5. leggen uit
  6. leggen uit
o.v.t.
  1. legde uit
  2. legde uit
  3. legde uit
  4. legden uit
  5. legden uit
  6. legden uit
v.t.t.
  1. heb uitgelegd
  2. hebt uitgelegd
  3. heeft uitgelegd
  4. hebben uitgelegd
  5. hebben uitgelegd
  6. hebben uitgelegd
v.v.t.
  1. had uitgelegd
  2. had uitgelegd
  3. had uitgelegd
  4. hadden uitgelegd
  5. hadden uitgelegd
  6. hadden uitgelegd
o.t.t.t.
  1. zal uitleggen
  2. zult uitleggen
  3. zal uitleggen
  4. zullen uitleggen
  5. zullen uitleggen
  6. zullen uitleggen
o.v.t.t.
  1. zou uitleggen
  2. zou uitleggen
  3. zou uitleggen
  4. zouden uitleggen
  5. zouden uitleggen
  6. zouden uitleggen
en verder
  1. ben uitgelegd
  2. bent uitgelegd
  3. is uitgelegd
  4. zijn uitgelegd
  5. zijn uitgelegd
  6. zijn uitgelegd
diversen
  1. leg uit!
  2. legt uit!
  3. uitgelegd
  4. uitleggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Alternate Synonyms for "uitleggen":


Antonyme für "uitleggen":


Verwandte Definitionen für "uitleggen":

  1. het op een bepaalde manier zien of voelen1
    • hij legde mijn zwijgen uit als boosheid1
  2. wijder maken1
    • je bent dik geworden, ik zal die broek een beetje uitleggen1
  3. het duidelijk maken1
    • ik zal uitleggen wat dat moeilijke woord betekent1

Related Synonyms for uitleg