Niederländisch
Detailed Synonyms for opgeruimd in Niederländisch
opgeruimd:
-
opgeruimd
blijmoedig; vrolijk; levendig; opgetogen; zonnig; lustig; opgewekt; uitgelaten; fideel; jolig; monter; dartel; kwiek; welgemoed; wakker; fleurig; blijgeestig; blij; opgeruimd; geestig; kleurig-
blijmoedig Adjektiv
-
vrolijk Adjektiv
-
levendig Adjektiv
-
opgetogen Adjektiv
-
zonnig Adjektiv
-
lustig Adjektiv
-
opgewekt Adjektiv
-
uitgelaten Adjektiv
-
fideel Adjektiv
-
jolig Adjektiv
-
monter Adjektiv
-
dartel Adjektiv
-
kwiek Adjektiv
-
welgemoed Adjektiv
-
wakker Adjektiv
-
fleurig Adjektiv
-
blijgeestig Adjektiv
-
blij Adjektiv
-
opgeruimd Adjektiv
-
geestig Adjektiv
-
kleurig Adjektiv
-
-
opgeruimd
-
opgeruimd
-
opgeruimd
Verwandte Wörter für "opgeruimd":
opgeruimd form of opruimen:
-
opruimen
-
opruimen
-
opruimen
Konjugationen für opruimen:
o.t.t.
- ruim op
- ruimt op
- ruimt op
- ruimen op
- ruimen op
- ruimen op
o.v.t.
- ruimde op
- ruimde op
- ruimde op
- ruimden op
- ruimden op
- ruimden op
v.t.t.
- heb opgeruimd
- hebt opgeruimd
- heeft opgeruimd
- hebben opgeruimd
- hebben opgeruimd
- hebben opgeruimd
v.v.t.
- had opgeruimd
- had opgeruimd
- had opgeruimd
- hadden opgeruimd
- hadden opgeruimd
- hadden opgeruimd
o.t.t.t.
- zal opruimen
- zult opruimen
- zal opruimen
- zullen opruimen
- zullen opruimen
- zullen opruimen
o.v.t.t.
- zou opruimen
- zou opruimen
- zou opruimen
- zouden opruimen
- zouden opruimen
- zouden opruimen
en verder
- ben opgeruimd
- bent opgeruimd
- is opgeruimd
- zijn opgeruimd
- zijn opgeruimd
- zijn opgeruimd
diversen
- ruim op!
- ruimt op!
- opgeruimd
- opruimend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze