Niederländisch
Detailed Synonyms for klagend in Niederländisch
klagend:
-
klagend
klagend; lamenterend; jeremiërend; jammerend; klaaglijk; weeklagend; klagelijk-
klagend Adjektiv
-
lamenterend Adjektiv
-
jeremiërend Adjektiv
-
jammerend Adjektiv
-
klaaglijk Adjektiv
-
weeklagend Adjektiv
-
klagelijk Adjektiv
-
klagen:
-
klagen
-
klagen
-
klagen
-
klagen
-
klagen
– zeggen dat het niet goed is 1
Konjugationen für klagen:
o.t.t.
- klaag
- klaagt
- klaagt
- klagen
- klagen
- klagen
o.v.t.
- klaagde
- klaagde
- klaagde
- klaagden
- klaagden
- klaagden
v.t.t.
- heb geklaagd
- hebt geklaagd
- heeft geklaagd
- hebben geklaagd
- hebben geklaagd
- hebben geklaagd
v.v.t.
- had geklaagd
- had geklaagd
- had geklaagd
- hadden geklaagd
- hadden geklaagd
- hadden geklaagd
o.t.t.t.
- zal klagen
- zult klagen
- zal klagen
- zullen klagen
- zullen klagen
- zullen klagen
o.v.t.t.
- zou klagen
- zou klagen
- zou klagen
- zouden klagen
- zouden klagen
- zouden klagen
en verder
- is geklaagd
diversen
- klaag!
- klaagt!
- geklaagd
- klagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze