Übersicht


Niederländisch

Detailed Synonyms for heil in Niederländisch

heil:

heil [het ~] Nomen

  1. het heil
    het welzijn; de voorspoed; het heil
  2. het heil
    de voorspoed; de zegening; de zaligheid; gezegende toestand; het heil; de zegen; zegenen
  3. het heil
    de voorspoed; de zegening; de zegen; het heil; zegenen; gezegende toestand; de wijding

Related Synonyms for heil