Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. gedetailleerd:
  2. detailleren:


Niederländisch

Detailed Synonyms for gedetailleerd in Niederländisch

gedetailleerd:

gedetailleerd Adjektiv

  1. gedetailleerd
    gedetailleerd; nauwkeurig; precies; minutieus; secuur; zorgvuldig; accuraat; nauwgezet

Verwandte Wörter für "gedetailleerd":

  • gedetailleerdheid, gedetailleerder, gedetailleerdere

gedetailleerd form of detailleren:

detailleren Verb (detailleer, detailleert, detailleerde, detailleerden, gedetailleerd)

  1. detailleren
    detailleren
    • detailleren Verb (detailleer, detailleert, detailleerde, detailleerden, gedetailleerd)

Konjugationen für detailleren:

o.t.t.
  1. detailleer
  2. detailleert
  3. detailleert
  4. detailleren
  5. detailleren
  6. detailleren
o.v.t.
  1. detailleerde
  2. detailleerde
  3. detailleerde
  4. detailleerden
  5. detailleerden
  6. detailleerden
v.t.t.
  1. heb gedetailleerd
  2. hebt gedetailleerd
  3. heeft gedetailleerd
  4. hebben gedetailleerd
  5. hebben gedetailleerd
  6. hebben gedetailleerd
v.v.t.
  1. had gedetailleerd
  2. had gedetailleerd
  3. had gedetailleerd
  4. hadden gedetailleerd
  5. hadden gedetailleerd
  6. hadden gedetailleerd
o.t.t.t.
  1. zal detailleren
  2. zult detailleren
  3. zal detailleren
  4. zullen detailleren
  5. zullen detailleren
  6. zullen detailleren
o.v.t.t.
  1. zou detailleren
  2. zou detailleren
  3. zou detailleren
  4. zouden detailleren
  5. zouden detailleren
  6. zouden detailleren
en verder
  1. is gedetailleerd
  2. zijn gedetailleerd
diversen
  1. detailleer!
  2. detailleert!
  3. gedetailleerd
  4. detaillerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze