Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. eerst:
  2. eer:


Niederländisch

Detailed Synonyms for eerst in Niederländisch

eerst:

eerst adv

  1. eerst
  2. eerst
    – in het begin 1
    eerst; aanvankelijk
    – in het begin 1
    • eerst adv
      • eerst was ik erg verlegen1
    • aanvankelijk Adjektiv
      • aanvankelijk vond hij het goed1
  3. eerst
    – vóór alle anderen 1
    eerst
    – vóór alle anderen 1
    • eerst adv
      • Joop mag eerst op de schommel1

Verwandte Wörter für "eerst":


Alternate Synonyms for "eerst":


Antonyme für "eerst":


Verwandte Definitionen für "eerst":

  1. in het begin1
    • eerst was ik erg verlegen1
  2. vóór alle anderen1
    • Joop mag eerst op de schommel1

eerst form of eer:

eer [de ~ (m)] Nomen

  1. de eer
    de trots; de eer; het eergevoel
  2. de eer
    de hulde; de eer; de verering

eer adv

  1. eer
    voor; voordat; alvorens; eer; aleer; alvoor
  2. eer
    – voordat 1
    eer
    – voordat 1
    • eer adv
      • het duurde lang eer de bus kwam1

eer [de ~] Nomen

  1. de eer
    – wat je een goede naam geeft, waarom je bewonderd wordt 1
    de eer
    – wat je een goede naam geeft, waarom je bewonderd wordt 1
    • eer [de ~] Nomen
      • de directeur ontving mij, dat was een hele eer1

Verwandte Wörter für "eer":


Verwandte Definitionen für "eer":

  1. voordat1
    • het duurde lang eer de bus kwam1
  2. wat je een goede naam geeft, waarom je bewonderd wordt1
    • de directeur ontving mij, dat was een hele eer1

Related Synonyms for eerst