Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. doordringen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for doordringen in Niederländisch

doordringen:

doordringen Verb (dring door, dringt door, drong door, drongen door, doorgedrongen)

  1. doordringen
    bereiken; penetreren in; doordringen
    • bereiken Verb (bereik, bereikt, bereikte, bereikten, bereikt)
    • doordringen Verb (dring door, dringt door, drong door, drongen door, doorgedrongen)
  2. doordringen
    doordringen; penetreren
    • doordringen Verb (dring door, dringt door, drong door, drongen door, doorgedrongen)
    • penetreren Verb (penetreer, penetreert, penetreerde, penetreerden, gepenetreerd)
  3. doordringen
    – dwars door alles heen gaan 1
    doordringen
    – dwars door alles heen gaan 1
    • doordringen Verb (dring door, dringt door, drong door, drongen door, doorgedrongen)
      • uiteindelijk ben ik doorgedrongen tot de kamer van de minister1
  4. doordringen
    – hem er goed van overtuigen 1
    doordringen
    – hem er goed van overtuigen 1
    • doordringen Verb (dring door, dringt door, drong door, drongen door, doorgedrongen)
      • ik heb hem ervan doordrongen dat hij geluk had1

Konjugationen für doordringen:

o.t.t.
  1. dring door
  2. dringt door
  3. dringt door
  4. dringen door
  5. dringen door
  6. dringen door
o.v.t.
  1. drong door
  2. drong door
  3. drong door
  4. drongen door
  5. drongen door
  6. drongen door
v.t.t.
  1. ben doorgedrongen
  2. bent doorgedrongen
  3. is doorgedrongen
  4. zijn doorgedrongen
  5. zijn doorgedrongen
  6. zijn doorgedrongen
v.v.t.
  1. was doorgedrongen
  2. was doorgedrongen
  3. was doorgedrongen
  4. waren doorgedrongen
  5. waren doorgedrongen
  6. waren doorgedrongen
o.t.t.t.
  1. zal doordringen
  2. zult doordringen
  3. zal doordringen
  4. zullen doordringen
  5. zullen doordringen
  6. zullen doordringen
o.v.t.t.
  1. zou doordringen
  2. zou doordringen
  3. zou doordringen
  4. zouden doordringen
  5. zouden doordringen
  6. zouden doordringen
diversen
  1. dring door!
  2. dringt door!
  3. doorgedrongen
  4. doordringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Definitionen für "doordringen":

  1. dwars door alles heen gaan1
    • uiteindelijk ben ik doorgedrongen tot de kamer van de minister1
  2. hem er goed van overtuigen1
    • ik heb hem ervan doordrongen dat hij geluk had1