Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze afhangen

Synonyms for "afhangen" in Niederländisch

Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. afhangen:

Niederländisch

Detailed Synonyms for afhangen in Niederländisch

afhangen:

afhangen Verb (hang af, hangt af, hing af, hingen af, afgehangen)

  1. afhangen
    afhangen; hangen
    • afhangen Verb (hang af, hangt af, hing af, hingen af, afgehangen)
    • hangen Verb (hang, hangt, hing, hingen, gehangen)
  2. afhangen
    – erdoor bepaald worden 1
    afhangen
    – erdoor bepaald worden 1
    • afhangen Verb (hang af, hangt af, hing af, hingen af, afgehangen)
      • of we op vakantie gaan hangt af van het weer1

Konjugationen für afhangen:

o.t.t.
  1. hang af
  2. hangt af
  3. hangt af
  4. hangen af
  5. hangen af
  6. hangen af
o.v.t.
  1. hing af
  2. hing af
  3. hing af
  4. hingen af
  5. hingen af
  6. hingen af
v.t.t.
  1. heb afgehangen
  2. hebt afgehangen
  3. heeft afgehangen
  4. hebben afgehangen
  5. hebben afgehangen
  6. hebben afgehangen
v.v.t.
  1. had afgehangen
  2. had afgehangen
  3. had afgehangen
  4. hadden afgehangen
  5. hadden afgehangen
  6. hadden afgehangen
o.t.t.t.
  1. zal afhangen
  2. zult afhangen
  3. zal afhangen
  4. zullen afhangen
  5. zullen afhangen
  6. zullen afhangen
o.v.t.t.
  1. zou afhangen
  2. zou afhangen
  3. zou afhangen
  4. zouden afhangen
  5. zouden afhangen
  6. zouden afhangen
diversen
  1. hang af!
  2. hangt af!
  5. afgehangen
  6. afhangende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Definitionen für "afhangen":

  1. erdoor bepaald worden1
    • of we op vakantie gaan hangt af van het weer1

Related Synonyms for afhangen







Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0234 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden