Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. aansprakelijk zijn voor:


Niederländisch

Detailed Synonyms for aansprakelijk zijn voor in Niederländisch

aansprakelijk zijn voor:

aansprakelijk zijn voor Verb (ben aansprakelijk voor, bent aansprakelijk voor, is aansprakelijk voor, was aansprakelijk voor, waren aansprakelijk voor, aansprakelijk geweest voor)

  1. aansprakelijk zijn voor
    aansprakelijk zijn voor; aansprakelijk zijn; verantwoordelijkheid dragen
    • aansprakelijk zijn voor Verb (ben aansprakelijk voor, bent aansprakelijk voor, is aansprakelijk voor, was aansprakelijk voor, waren aansprakelijk voor, aansprakelijk geweest voor)
    • aansprakelijk zijn Verb (ben aansprakelijk, bent aansprakelijk, is aansprakelijk, was aansprakelijk, waren aansprakelijk, aansprakelijk geweest)
    • verantwoordelijkheid dragen Verb (draag verantwoordelijkheid, draagt verantwoordelijkheid, droeg verantwoordelijkheid, droegen verantwoordelijkheid, verantwoordelijkheid gedragen)

Konjugationen für aansprakelijk zijn voor:

o.t.t.
  1. ben aansprakelijk voor
  2. bent aansprakelijk voor
  3. is aansprakelijk voor
  4. zijn aansprakelijk voor
  5. zijn aansprakelijk voor
  6. zijn aansprakelijk voor
o.v.t.
  1. was aansprakelijk voor
  2. was aansprakelijk voor
  3. was aansprakelijk voor
  4. waren aansprakelijk voor
  5. waren aansprakelijk voor
  6. waren aansprakelijk voor
v.t.t.
  1. ben aansprakelijk geweest voor
  2. bent aansprakelijk geweest voor
  3. is aansprakelijk geweest voor
  4. zijn aansprakelijk geweest voor
  5. zijn aansprakelijk geweest voor
  6. zijn aansprakelijk geweest voor
v.v.t.
  1. was aansprakelijk geweest voor
  2. was aansprakelijk geweest voor
  3. was aansprakelijk geweest voor
  4. waren aansprakelijk geweest voor
  5. waren aansprakelijk geweest voor
  6. waren aansprakelijk geweest voor
o.t.t.t.
  1. zal aansprakelijk zijn voor
  2. zult aansprakelijk zijn voor
  3. zal aansprakelijk zijn voor
  4. zullen aansprakelijk zijn voor
  5. zullen aansprakelijk zijn voor
  6. zullen aansprakelijk zijn voor
o.v.t.t.
  1. zou aansprakelijk zijn voor
  2. zou aansprakelijk zijn voor
  3. zou aansprakelijk zijn voor
  4. zouden aansprakelijk zijn voor
  5. zouden aansprakelijk zijn voor
  6. zouden aansprakelijk zijn voor
diversen
  1. ben aansprakelijk voor!
  2. bent aansprakelijk voor!
  3. aansprakelijk geweest voor
  4. aansprakelijk zijnde voor
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for aansprakelijk zijn voor