Übersicht


Niederländisch

Detailed Synonyms for ziek in Niederländisch

ziek:

ziek Adjektiv

  1. ziek
  2. ziek
    – je naar voelen omdat er iets met je lichaam niet in orde is 1
    ziek
    – je naar voelen omdat er iets met je lichaam niet in orde is 1
    • ziek Adjektiv
      • hij ligt in bed, hij is ziek1

Verwandte Wörter für "ziek":

  • zieker, ziekere, ziekst, ziekste, zieke

Antonyme für "ziek":


Verwandte Definitionen für "ziek":

  1. je naar voelen omdat er iets met je lichaam niet in orde is1
    • hij ligt in bed, hij is ziek1

ziek form of zieken:

zieken Verb (ziek, ziekt, ziekte, ziekten, geziekt)

  1. zieken
    uitdagen; pesten; plagen; treiteren; tarten; stangen; jennen; zieken; sarren; tergen
    • uitdagen Verb (daag uit, daagt uit, daagde uit, daagden uit, uitgedaagd)
    • pesten Verb (pest, pestte, pestten, gepest)
    • plagen Verb (plaag, plaagt, plaagde, plaagden, geplaagd)
    • treiteren Verb (treiter, treitert, treiterde, treiterden, getreiterd)
    • tarten Verb (tart, tartte, tartten, getart)
    • stangen Verb
    • jennen Verb (jen, jent, jende, jenden, gejend)
    • zieken Verb (ziek, ziekt, ziekte, ziekten, geziekt)
    • sarren Verb (sar, sart, sarde, sarden, sarde)
    • tergen Verb (terg, tergt, tergde, tergden, getergd)

Konjugationen für zieken:

o.t.t.
  1. ziek
  2. ziekt
  3. ziekt
  4. zieken
  5. zieken
  6. zieken
o.v.t.
  1. ziekte
  2. ziekte
  3. ziekte
  4. ziekten
  5. ziekten
  6. ziekten
v.t.t.
  1. heb geziekt
  2. hebt geziekt
  3. heeft geziekt
  4. hebben geziekt
  5. hebben geziekt
  6. hebben geziekt
v.v.t.
  1. had geziekt
  2. had geziekt
  3. had geziekt
  4. hadden geziekt
  5. hadden geziekt
  6. hadden geziekt
o.t.t.t.
  1. zal zieken
  2. zult zieken
  3. zal zieken
  4. zullen zieken
  5. zullen zieken
  6. zullen zieken
o.v.t.t.
  1. zou zieken
  2. zou zieken
  3. zou zieken
  4. zouden zieken
  5. zouden zieken
  6. zouden zieken
diversen
  1. ziek!
  2. ziekt!
  3. geziekt
  4. ziekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for ziek