Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. wegkruipen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for wegkruipen in Niederländisch

wegkruipen:

wegkruipen Verb (kruip weg, kruipt weg, kroop weg, kropen weg, weggekropen)

  1. wegkruipen
    schuilen; uitwijken; toevluchten; wegkruipen

Konjugationen für wegkruipen:

o.t.t.
  1. kruip weg
  2. kruipt weg
  3. kruipt weg
  4. kruipen weg
  5. kruipen weg
  6. kruipen weg
o.v.t.
  1. kroop weg
  2. kroop weg
  3. kroop weg
  4. kropen weg
  5. kropen weg
  6. kropen weg
v.t.t.
  1. ben weggekropen
  2. bent weggekropen
  3. is weggekropen
  4. zijn weggekropen
  5. zijn weggekropen
  6. zijn weggekropen
v.v.t.
  1. was weggekropen
  2. was weggekropen
  3. was weggekropen
  4. waren weggekropen
  5. waren weggekropen
  6. waren weggekropen
o.t.t.t.
  1. zal wegkruipen
  2. zult wegkruipen
  3. zal wegkruipen
  4. zullen wegkruipen
  5. zullen wegkruipen
  6. zullen wegkruipen
o.v.t.t.
  1. zou wegkruipen
  2. zou wegkruipen
  3. zou wegkruipen
  4. zouden wegkruipen
  5. zouden wegkruipen
  6. zouden wegkruipen
diversen
  1. kruip weg!
  2. kruipt weg!
  3. weggekropen
  4. wegkruipend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze