Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. verwelkomen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for verwelkomen in Niederländisch

verwelkomen:

verwelkomen Verb (verwelkom, verwelkomt, verwelkomde, verwelkomden, verwelkomd)

  1. verwelkomen
    verwelkomen; welkom heten
    • verwelkomen Verb (verwelkom, verwelkomt, verwelkomde, verwelkomden, verwelkomd)
    • welkom heten Verb (heet welkom, heette welkom, heetten welkom, welkom geheten)

Konjugationen für verwelkomen:

o.t.t.
  1. verwelkom
  2. verwelkomt
  3. verwelkomt
  4. verwelkomen
  5. verwelkomen
  6. verwelkomen
o.v.t.
  1. verwelkomde
  2. verwelkomde
  3. verwelkomde
  4. verwelkomden
  5. verwelkomden
  6. verwelkomden
v.t.t.
  1. heb verwelkomd
  2. hebt verwelkomd
  3. heeft verwelkomd
  4. hebben verwelkomd
  5. hebben verwelkomd
  6. hebben verwelkomd
v.v.t.
  1. had verwelkomd
  2. had verwelkomd
  3. had verwelkomd
  4. hadden verwelkomd
  5. hadden verwelkomd
  6. hadden verwelkomd
o.t.t.t.
  1. zal verwelkomen
  2. zult verwelkomen
  3. zal verwelkomen
  4. zullen verwelkomen
  5. zullen verwelkomen
  6. zullen verwelkomen
o.v.t.t.
  1. zou verwelkomen
  2. zou verwelkomen
  3. zou verwelkomen
  4. zouden verwelkomen
  5. zouden verwelkomen
  6. zouden verwelkomen
diversen
  1. verwelkom!
  2. verwelkomt!
  3. verwelkomd
  4. verwelkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze