Übersicht
Niederländisch Synonyms: mehr Daten
-
uitspannen:
The word uitspannen exists in our database, but we currently do not have a translation from Dutch to Dutch.
Niederländisch
Detailed Synonyms for uitspannen in Niederländisch
uitspannen: (*Wort und Satz getrennt)
- uit: weg; vanaf deze plaats; over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; gedaan; beëindigd; gepleegd; van; vanuit; vanaf nu
- pannen: pan; pannen; stoofpannen
- spannen: koppels; spannen; opspannen
- uiten: uiten; uitdrukken; verwoorden; vertolken; uiting geven aan; uitdrukking geven aan; spuien
- pan: pan; kookpan; pannen
- span: koppel; stel; span; groep van twee of meer