Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. protegeren:


Niederländisch

Detailed Synonyms for protegeren in Niederländisch

protegeren:

protegeren Verb (protegeer, protegeert, protegeerde, protegeerden, geprotegeerd)

  1. protegeren
    protegeren
    • protegeren Verb (protegeer, protegeert, protegeerde, protegeerden, geprotegeerd)

Konjugationen für protegeren:

o.t.t.
  1. protegeer
  2. protegeert
  3. protegeert
  4. protegeren
  5. protegeren
  6. protegeren
o.v.t.
  1. protegeerde
  2. protegeerde
  3. protegeerde
  4. protegeerden
  5. protegeerden
  6. protegeerden
v.t.t.
  1. ben geprotegeerd
  2. bent geprotegeerd
  3. is geprotegeerd
  4. zijn geprotegeerd
  5. zijn geprotegeerd
  6. zijn geprotegeerd
v.v.t.
  1. was geprotegeerd
  2. was geprotegeerd
  3. was geprotegeerd
  4. waren geprotegeerd
  5. waren geprotegeerd
  6. waren geprotegeerd
o.t.t.t.
  1. zal protegeren
  2. zult protegeren
  3. zal protegeren
  4. zullen protegeren
  5. zullen protegeren
  6. zullen protegeren
o.v.t.t.
  1. zou protegeren
  2. zou protegeren
  3. zou protegeren
  4. zouden protegeren
  5. zouden protegeren
  6. zouden protegeren
en verder
  1. heb geprotegeerd
  2. hebt geprotegeerd
  3. heeft geprotegeerd
  4. hebben geprotegeerd
  5. hebben geprotegeerd
  6. hebben geprotegeerd
diversen
  1. protegeer!
  2. protegeert!
  3. geprotegeerd
  4. protegerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze